Aan de slag met peerfeedback

Peerfeedback is een manier om grootschalig onderwijs persoonlijker te maken en kan de werkdruk van de docent verlichten. Het is een aantoonbaar geschikte onderwijsvorm om dieper leren - kritisch denken, kennis verwerken, creativiteit - te bewerkstelligen bij studenten.

peer feedback

Geleerde lessen

De projecten die ontwikkeld zijn in de stimuleringsregeling open en online onderwijs hebben tot diverse geleerde lessen geleid. Deze lessen zijn gebundeld en thematisch weergegeven.

Cover stimuleringsregeling Open en online onderwijs

Vooraf organiseren van peerfeedback

Visie

Het implementeren van innovatieve ideeën kost vaak meer tijd dan je vooraf denkt. Denk daarom vanaf de start goed na over de implementatie. Wil je bijvoorbeeld een feedbacktool implementeren, stel dan de vraag waarom je zo’n tool wilt gebruiken en waar je het voor wilt inzetten. Wat wil je precies bereiken en hoe helpt de tool daarin. Door deze vragen vroeg in het proces helder te hebben, leg je een solide basis voor het vervolg. Een goede implementatie zorgt er niet alleen voor dat de tool veel wordt gebruikt, maar zorgt voor een verrijking van je onderwijs. Simpelweg een tool aanschaffen zonder moeite te stoppen in de implementatie is hiervoor niet genoeg.

Tijdsplanning

Blijf ook altijd kritisch kijken naar de geschatte inspanning en neem hierin extra tijd op voor onverwachte zaken die het traject kunnen vertragen. De projecten geven aan dat het belangrijk is dat docenten specifieke tijd voor ontwikkeling krijgen. Dit heeft een positieve weerslag op andere programma’s aangezien docenten opgedane kennis en ontwikkeld materiaal ook buiten de scope van het project inzetten.

Samenwerking

Overleg vanaf het begin goed met alle betrokkenen. Verschillende projecten gaven aan te werken met een stuurgroep. Hierin zitten personen met invloed in de instelling die het leuk vinden om mee te denken. Hier kwamen waardevolle suggesties uit naar voren. Een project als PleitVRij zocht ook samenwerking met andere instellingen en het werkveld. Zij geven aan dat, hoewel het iets meer tijd kost, je veel van elkaar kunt leren en er ook veel positieve neveneffecten aan zo’n samenwerking vastzitten. Deze inzichten kunnen weer gebruikt worden om het onderwijs verder te ontwikkelen.

Voorbereiding peerfeedback programma (algemeen)

Doelgroep

Houd rekening met de doelgroep en scherp de methode aan naar de behoefte van de student. Zo heeft een eerstejaars andere begeleiding nodig dan een ouderejaars. Dit kwam onder andere naar voren in het project ‘diep leren’. Hieruit bleek dat eerstejaars zich vaak nog onwennig voelden over hun onwetendheid. Hierdoor kwam de feedback vaak niet verder dan opmerkingen op details, terwijl ouderejaars soms zelf al deze dialoog aangingen met peers. Zowel eerstejaars als ouderejaars gaven in hun ervaringen aan diep te hebben geleerd. Een andere les die werd geleerd is dat anonieme feedback het beste werkt bij eerstejaars en open feedback bij ouderejaars.

Spelelementen

Om studenten te motiveren kun je spelelementen toepassen. Daarnaast kan peerfeedback in combinatie met een serious game worden gebruikt als manier om ‘op te schalen’. Het ontwikkelen van de game is een investering, maar het stelt je in staat om grote groepen studenten tegelijk te bedienen.

Lees meer over spelelementen

In de game based leeromgeving van het project ‘game based thesis preparation with peer review’ wordt door middel van spelmechanismen een kritische houding, collegiaal en professioneel gedrag gestimuleerd en beloond.

Spelelementen die een effectieve bijdrage kunnen leveren aan de motivatie en inzet van studenten zijn:

  1. Een story-line om leeropdrachten met elkaar te verbinden;
  2. Het spelen van aan de beroepspraktijk ontleende rollen;
  3. Tijdsdruk bij het uitvoeren van de opdrachten;
  4. Deadlines voor het uitvoeren van de opdrachten;
  5. De noodzaak tot coöperatie voor het succesvol uitvoeren van opdrachten;
  6. Een milde vorm van competitie tussen studenten.
  7. Leaderboards en awards.

Bewustmaking docenten

Implementeer je een nieuw idee of tool? Zorg er dan voor dat je de docent hierin goed meeneemt. Meerdere projecten hebben aangegeven dat je voor een succesvolle implementatie het beste naast de docent kunt gaan zitten om samen door de te implementeren tool te lopen. Zo is de docent over die eerste drempel heen. Projecten zijn het erover eens dat door docenten bewust te maken dat zo’n tool of idee er is en hoe deze te gebruiken, dit stevig wordt neergezet. Zo goed, dat docenten van andere vakken het nu ook willen en gaan gebruiken en studenten om extra feedbackrondes vragen.

Investeringen  

Neem de tijd om online peerfeedback goed neer te zetten en durf hierbij vast te houden aan je uitgestippelde pad. Dan kun je docenten en studenten vanaf het begin goed informeren en ze laten wennen aan deze manier van feedback geven. Uit ervaring van de projecten blijkt dat docenten het vervolgens vaker gaan inzetten en studenten er meer energie in zullen willen stoppen om goede feedback te geven. Ook bij al bestaande tools is het belangrijk om de tijd te investeren. Een van de projectleiders noemt het een illusie om te denken dat je een bestaande tool een op een kunt overnemen zonder hiervoor zelf moeite voor te doen als instelling; “Je zult altijd zelf tijd moeten investeren om de tool goed hanteerbaar te maken voor de eigen opleiding”.

Voorbereiding studenten

Ook bij de implementatie van peerfeedback is de voorbereiding van de doelgroep van belang. Zo neem je de studenten mee in het proces en leer je ze alles uit de tool en het leerproces te halen.

Lees meer over voorbereiding studenten

Bij het informeren van studenten is het belangrijk dat je ze uitlegt waarom peerfeedback wordt toegepast. Informeer ze niet alleen over het doel van de specifieke opdracht, maar leg ook het achterliggende ‘waarom’ uit. Vergeet ook niet om de tool goed te introduceren en daar duidelijke afspraken over te maken. Zo maak je het concreet voor studenten. Als je de tool niet goed implementeert, komt er al snel weerstand tegen waardoor zowel docent als student het mogelijk niet meer willen gebruiken.

Informeer studenten van tevoren over de criteria waar de peerfeedback aan moet voldoen. Studenten vinden het fijn om te weten wat er van ze wordt verwacht en waar ze op worden beoordeeld. Dit zorgt voor kwalitatief betere peerfeedback en discussies.



Mede daarom is het belangrijk heldere kaders en richtlijnen op te stellen wat betreft de lengte, aantal en aard van de feedback commentaren die van de studenten verwacht worden. Veel projecten hebben hiervoor een rubric ontwikkeld. Zowel de student als de docent moet de criteria volgen. De docent moet niet ineens aanvullende criteria gebruiken om een product te beoordelen.

Zorg daarnaast dat er voldoende tijd is voor studenten om het eigen product te maken, het product van een ander te zien en daar iets van te vinden en om de opgedane inzichten te verwerken in het eigen product.

Bij het project ‘best contribution grading’  worden alleen die bijdrages die de student zelf selecteert beoordeeld. Dit geeft de student een veilige setting waarin leren kan plaatsvinden, inclusief het maken van fouten, zonder daarop beoordeeld te worden. Door dit vooraf duidelijk aan studenten uit te leggen kun je de studenten hiermee aanmoedigen om hun inzicht in de leerstof te vergroten en te verdiepen door actief mee te doen in online discussies en peerfeedback.

Vormgeving peerfeedback

Bij de keuzes van peerfeedback staat een overzicht met keuzes die je kunt maken bij het vormgeven van peerfeedback.

Aan de slag met peerfeedback

Peerfeedback is een belangrijke vaardigheid, die aangeleerd moet worden. Uit projectervaring blijkt dat docenten soms bewust gemaakt moeten worden dat peerfeedback geen vaststaand gegeven is. Je moet studenten uitleggen wat de bedoeling is, ze laten oefenen. Bedenk ook goed welke stappen je in de feedback terug wilt zien van eerstejaars en welke van laatstejaars. Verwacht hierbij niet gelijk dat eerstejaars de vier stappen gelijk kunnen toepassen, maar bouw dit op. Zie het kader voor de stappen.

Opbouw in peerfeedback

  1. Begin met een evaluatief oordeel (wat vond je ervan goed/slecht, leesbaar, interessant).
  2. Onderbouw je oordeel
  3. Geef suggesties ter verbetering
  4. Geef literatuurverwijzingen als suggesties ter verbetering

bron: Van Popta et al. 2017

Het ontvangen maar zeker ook het geven van peerfeedback is een goede oefening om hier beter in te worden. Je leert op metacognitief niveau naar je eigen werk en dat van anderen te kijken. Door kritisch te kijken naar andere teksten, kun je ook weer kritischer naar je eigen tekst kijken en geïnspireerd raken door andere teksten. Of je kunt beargumenteren waarom je eigen werk beter is.

Moderators kunnen in online discussies monitoren en indien nodig bijsturen of ingrijpen. Ook kunnen ze erop toezien dat studenten actief deelnemen. De docent kan zelf de moderator zijn of kan hiervoor een (virtual) assistent voor aanstellen. Een andere optie is, om studenten in te delen in groepjes en per groep een (roulerend) moderator aan te laten wijzen. Wanneer de groep er dan niet zelf uit komt, kan deze persoon de docent inschakelen.

Voor de docent ligt er als moderator de uitdaging om zich niet gelijk te mengen in het feedbackproces, maar om ruimte te geven aan het leerproces van de student voordat je het overneemt. Doe je dat wel, dan stop je eigenlijk het leerproces van het geven van feedback aan studenten onderling. Maak hierover duidelijke afspraken door bijvoorbeeld afgebakende momenten te hebben wanneer de student bij de docent terecht kan voor inhoudelijke vragen. Vanuit de projecten kan dit door een rapporteerknop in de tool in te richten waar studenten de aandacht van de docent mee kunnen trekken als ze het niet eens zijn met de ontvangen feedback. Of door de feedback te bespreken in een klassikale setting.

Hoe bereid je studenten in 7 stappen voor om te werken met peerfeedback?

  1. Introductie – De studenten bekijken voorafgaand aan een eerste bijeenkomst een weblecture over kenmerken van goede feedback
  2. Inhoud – Tijdens een bijeenkomst wordt de inhoud van de weblecture met studenten besproken.
  3. Criteria – De inhoudelijke criteria voor het geven van feedback worden met de studenten besproken.
  4. Oefening – De studenten oefenen het geven van feedback aan elkaar met een voorbeeld, op basis van richtlijnen en inhoudelijke criteria.
  5. Uitvoering – De peerreview wordt georganiseerd en uitgevoerd in de digitale omgeving op basis van goede afspraken over de deadlines. Eerst geven de studenten elkaar feedback, daarna geeft de docent aanvullende feedback.
  6. Bespreking – Tijdens een bijeenkomst worden zowel de gegeven peerfeedback als de gegeven expertfeedback besproken.
  7. Resultaten – Tijdens een bijeenkomst worden de producten van de studenten besproken die verbeterd werden op basis van de gegeven feedback.

Afhankelijk van de ervaring die studenten hebben met geven van feedback kunnen de stappen 1, 2 en 4 worden verkort.

Bekijk ook de video Scripting van peerreview

Bron : Inholland

Placemat Digitale Peerfeedback

Binnen de ‘Proeftuinen voor Professionalisering’ van de zone Docentprofessionalisering van het Versnellingsplan is een placemat Digitale Peerfeedback ontwikkelt. Op deze placemat vind je tips om je op weg te helpen met digitale peerfeedback in je onderwijs. Bekijk de Placemat Ditale Peerfeedback.