“Onderzoekers van drie verschillende instellingen moeten drempelloos samen kunnen werken in één gebouw.”
Best practice Onderzoekers van VU, VUmc en UvA delen faciliteiten in O|2 Labgebouw
Het O|2 Labgebouw in Amsterdam is het eerste gebouw in Nederland dat is ontwikkeld voor instellingsoverstijgend topwetenschappelijk onderzoek. Onderzoekers van drie verschillende instellingen - VU, VUmc en Uva - werken in één gebouw samen aan onderzoek binnen het domein human life sciences. Dat vraagt ook om samenwerking op ict-vlak.
In gesprek met Bob van Graft (IT-directeur VU) en Ineke Molenaars (voormalig IT-directeur VUmc), allebei nauw betrokken bij de realisatie van het O|2 Labgebouw.
750 onderzoekers in één gebouw
Het O|2 Labgebouw biedt state-of-the art laboratoriumfaciliteiten en huisvest nu zo’n 750 onderzoekers binnen het domein Human life sciences. Scheikundigen, moleculair biologen, bio-informatici, neurowetenschappers en medici van VU, VUmc en UvA werken er samen aan fundamentele vraagstukken rondom volksgezondheid, zoals preventie van Alzheimer, ontwikkelen van geneesmiddelen en snelle opsporing van kanker. Voor dit soort onderzoek zijn hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten nodig, denk bijvoorbeeld aan 3D- en super-resolutiemicrosopen, ultracentrifuges en radioactiviteitslabs. Ineke Molenaars, voormalig IT-directeur bij het VUmc: “Het delen van deze onderzoeksfaciliteiten was geen keuze maar een noodzaak, omdat deze faciliteiten alleen niet meer te bekostigen zijn”. Faciliteiten worden gedeeld waar dat kan, niet alleen onderzoeksfaciliteiten, maar ook bijvoorbeeld werkplekken en klimaatkamers. Gezamenlijk wat samen kan, en alleen gescheiden wat echt moet, bijvoorbeeld vanwege de veiligheid.
Drempelloos samenwerken
Bob van Graft, IT-directeur bij de VU: “De vervolgvraag was, hoe kunnen we dit vanuit ict ondersteunen, zodat onderzoekers hun werk kunnen doen, ongeacht van welke instelling ze komen en ongeacht waar ze in het gebouw zitten”. Onderzoekers van drie verschillende instellingen moeten drempelloos samen kunnen werken in één gebouw. Dat klinkt eenvoudig, maar is qua ict een uitdaging. “Het zit allemaal in protocollen, afspraken maken, verbindingen leggen, bepaalde firewalls dichtzetten, enzovoort”, licht Van Graft toe. “Allemaal technische voorzieningen die nodig zijn om zo’n gebouw werkend te krijgen. Daarbij hebben we deels gebruik gemaakt van SURF-voorzieningen, omdat wij als instellingen allemaal met elkaar verbonden zijn met SURF”.
Virtuele netwerken
Onderzoekers in het O|2 Labgebouw hebben via eduroam heel makkelijk toegang tot het wifi-netwerk in het gebouw. Toegang tot het vaste netwerk vormt een grotere uitdaging. Van Graft: “Je hebt te maken met drie losse eenheden die samen in één gebouw komen, en daar hun ict aan elkaar moeten koppelen”. Om de drie netwerken aan elkaar te knopen, wordt het netwerkprotocol 802.1X gebruikt. Hiermee kun je virtuele netwerken maken die herkenbaar zijn voor een bepaald domein. Van Graft: “Als een onderzoeker op een werkplek inlogt met zijn instellingsaccount, herkent het netwerk van welke instelling de onderzoeker is en routeert de onderzoeker naar de omgeving van zijn eigen instelling”. Zo kan een onderzoeker in het O|2 Labgebouw op een snelle manier de applicaties en services van zijn eigen instelling gebruiken. Dat gaat via de MSP (Multi Service Poort) van de instelling waar de onderzoeker in dienst is. Dat betekent ook dat in het pand zelf geen data- en/of rekencluster nodig is. Het gebouw is via het netwerk goed ontsloten en dataopslag en/of rekencapaciteit is via het netwerk beschikbaar bij de eigen instelling.
Werkplekconcept
95% van de werkplekken in het O|2 Labgebouw zijn flexibel en niet-persoonsgebonden. Beeldscherm, toetsenbord en muis zijn verbonden met een portreplicator. Een onderzoeker kan zijn laptop hierop aansluiten, maar het is ook mogelijk een desktop aan te sluiten, bijvoorbeeld voor zware grafische beeldverwerking. De portreplicator zorgt ook voor de verbinding met het netwerk via protocol 802.1X. Dat is nodig, omdat de drie instellingen niet dezelfde manier van netwerktoewijzing hanteren. Bij het VUmc werken ze met statische netwerktoewijzing, terwijl ze bij de VU en UvA dynamische netwerktoewijzing gebruiken. Met de port-replicator is het gelukt om een uniform werkplekconcept te realiseren, ondanks de verschillen in netwerkgebruik en in het gebruik van laptops of desktops.

Bob van Graft en Ineke Molenaars
Follow-me printing
Een andere technische uitdaging was het vinden van een goede printoplossing. Molenaars: “We wilden niet een nieuw pasjessysteem invoeren voor het printen, mensen hebben al zoveel pasjes. Daarom hebben we gekozen voor authenticatie via SURFconext. Follow-me printing noemen we deze oplossing”. Hoe dit werkt? Een VUmc-onderzoeker in het O|2 Labgebouw stuurt een printopdracht naar de printer en deze opdracht komt terecht op de VUmc-printerserver. Deze sluist de opdracht door naar de VU-printer via een VPN-verbinding, want de VU beheert het gebouw en dus ook de printers. SURFconext stuurt informatie mee, zoals instelling, userID en e-mailadres (voor scannen) van de onderzoeker. De onderzoeker authenticeert zich vervolgens bij de printer met zijn instellingspas en kan zo printen, ongeacht van welke instelling hij is. Ook de doorbelasting van de prints is zo geregeld. SURFconext maakt gedeeld printen op deze manier flexibel en schaalbaar, en ook een andere instelling kan er heel makkelijk aan gekoppeld worden als dat nodig is.
“Drie losse eenheden die samen in één gebouw komen. Daar komt SURF om de hoek kijken.”
Meer samenwerking
Molenaars en Van Graft zijn enthousiast over de samenwerking. De onderzoekers zijn heel tevreden. De samenwerking gaat dan ook verder. Molenaars: “Op dit moment zijn we bezig met een project om alle onderzoek en apparatuur rondom beeldverwerking (imaging) vanuit VU en VUmc onder te brengen in één gebouw. Dit gebouw moet in 2018 gerealiseerd zijn”. Van Graft ziet ook mogelijkheden voor onderwijs. “Een student zou op deze manier ook gebruik kunnen maken van de faciliteiten van een andere instelling. Studenten van de UvA die bij de VU zitten, hebben nu wel wifi via eduroam maar kunnen bijvoorbeeld nog niet printen. We zijn hierover binnen Amsterdam met elkaar in gesprek”.