Wees je er bij bestaand materiaal van bewust dat je materiaal bekijkt dat niet langs jouw lijnen is gelegd bij het ontwikkelen. Het finetunen van je kwaliteitsmodel is daardoor de meest belangrijke fase.
Interview met Linda leGrand
Hergebruik vraagt om minder strikte criteria
Gebruik je een kwaliteitsmodel om bestaand leermateriaal te beoordelen, dan zul je minder strakke criteria moeten gebruiken dan wanneer je zelf nieuw materiaal ontwikkelt aan de hand van het model.
Niets aan te doen, zegt Linda le Grand, expert op het gebied van open leermaterialen. Vergeet ook niet om gekeurd materiaal van tijd tot tijd te herkeuren!
Als communitymanager voor Wikiwijs bij Kennisnet begeleidt Linda le Grand groepen docenten uit het PO en VO die een kwaliteitsmodel voor open leermaterialen willen opstellen. In haar ervaring maakt het veel verschil of de groep van plan is om het model te gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe leermaterialen, of om bestaand leermateriaal te beoordelen voor hergebruik.
"Als je zelf leermaterialen ontwikkelt, kun je enorm veel steun hebben aan het volgen van een kwaliteitsmodel," zegt Le Grand. "Je bent relatief vrij om hoge eisen te stellen aan het materiaal. Daardoor kun je het model strakker afstellen dan wanneer jij materiaal van derden beoordeelt."
Strak afgesteld model
Docenten die bestaand materiaal willen keuren voor hergebruik, komen bijna altijd uit op een score van tachtig procent, is haar ervaring; het materiaal voldoet voor zo'n twintig procent niet aan hun criteria. "De insteek van het materiaal dat gemaakt is door die andere partij staat nu eenmaal los van jouw kwaliteitsmodel," legt Le Grand uit. "Op punten zal het daardoor afwijken. Dan gaat het niet om typfouten, maar bijvoorbeeld over de inhoud, of hoe je omgaat met leerdoelen."
Bij de makers van het model leidt dit verschijnsel tot felle discussies. Over het algemeen beginnen zij met een model dat net zo strak is afgesteld als wanneer je het materiaal helemaal in de hand hebt. Maar als ze bestaand materiaal beoordelen, blijkt er niets door de keuring te komen. Met name hoge eisen aan de opbouw, de didactiek en de inhoud leiden ertoe dat materiaal van anderen vrijwel nooit direct volledig aan de criteria voldoet. Dat levert een dilemma op: criteria versoepelen of niet? Le Grand adviseert: "Onderzoek welke elementen van het model ervoor zorgen dat je niets kunt goedkeuren. Kunnen die wat minder streng worden geformuleerd? Vaak verandert een must-have hierdoor in een nice-to-have: 'het zou mooi zijn als het materiaal hieraan voldoet'."
Finetunen is de belangrijkste fase
Is het, met deze kennis in het achterhoofd, verstandiger om op een andere wijze tot een kwaliteitsmodel voor hergebruik te komen, bijvoorbeeld door direct minder strakke criteria te hanteren? "Dat lijkt me niet nodig of handig, ook omdat een model vaak voor beide doelen wordt gebruikt. Wees je er alleen van bewust dat je materiaal bekijkt dat niet langs jouw lijnen is gelegd bij het ontwikkelen. Het finetunen van je model is daardoor de meest belangrijke fase."
Het model moet groeien en dat gebeurt door aannames aan de praktijk te toetsen. In eerste instantie levert dit gekeurd materiaal op dat eigenlijk toch niet goed genoeg is, of er komt te weinig doorheen. "Het bijstellen is enorm belangrijk. Je kunt slecht vooraf overzien waarop je zult uitkomen." Le Grand adviseert om een kerngroep van drie à vier personen iedere twee maanden te laten monitoren wat het model aan leermaterialen voortbrengt. Is dat over het algemeen van een aanvaardbaar niveau?
Als je materiaal van derden hebt beoordeeld en het is goed, wil dat niet zeggen dat het over twee jaar nog goed is. Het ergste voor jouw kwaliteitszorgsysteem is als jouw stempel erop staat en het voldoet niet aan de eisen.
Onderhoud van materiaal met een keurmerk
"Als je materiaal van derden hebt beoordeeld en het is goed, wil dat niet zeggen dat het over twee jaar nog goed is. Het ergste voor jouw kwaliteitszorgsysteem is als jouw stempel erop staat, maar dat het materiaal niet voldoet aan de eisen." De leermiddelenspecialisten van Kennisnet zijn al een tijd bezig met het keuren van open leermateriaal. Toen er klachten ontstonden over leermaterialen die waren voorzien van een keurmerk, realiseerden ze zich dat het niet genoeg is om materiaal eenmalig te beoordelen. Onderwijsmateriaal veroudert, bijvoorbeeld doordat het wordt ingehaald door de actualiteit of doordat links niet meer werken. Om te weten welk materiaal toe is aan een herkeuring, gebruiken de leermiddelenspecialisten een tool voor het beheer van keurmerken in Wikiwijs. Hiermee kunnen ze opvragen wanneer het keurmerk is toegekend. De kerngroep maakt een overzicht van ouder materiaal met een keurmerk en verdeelt de taken om het materiaal langs te lopen.
Oordeel zonder harde tonen
Het actualiseren van open leermaterialen is in principe een klus van de maker. Nog afgezien van de hoeveelheid werk die het met zich mee zou brengen, kán de community deze taak vaak niet op zich nemen, omdat het gaat om materiaal dat met behulp van allerlei verschillende tools tot stand is gekomen. Als community heb je daar geen toegang toe. Wat de community wel kan doen, is een bericht achterlaten voor de maker. "Het is een voordeel als de leden elkaar kennen," zegt le Grand. "Dat is makkelijk dan als je anonieme derden moet aanspreken. Als zo iemand geen gehoor geeft aan je oproep, gebeurt het eenvoudigweg niet."
Er is veel gelegen aan de toon van een beoordeling of een herkeuring. Op Wikiwijs is een beoordeling namelijk vaak zichtbaar voor iedereen die het materiaal bekijkt. "Dat kan nuttig zijn, want soms wil je materiaal niet voorzien van een keurmerk, maar je wil ook kunnen aangeven wat eraan ontbreekt," zegt Le Grand. "Binnen het onderwijs wordt het oordeel echter soms in harde tonen geveld. Als we met z'n allen een cultuur van delen willen promoten, is het heel belangrijk dat iedereen opbouwend schrijft."