‘Praktijkgericht onderzoek is gericht op verandering van de samenleving, de resultaten hebben dan ook effect op die samenleving’
Praktijkgericht onderzoek in de schijnwerpers
Net als universiteiten hebben ook hogescholen een substantiële onderzoekstaak. Maar anders dan bij de universiteiten is het onderzoek van de hogescholen te weinig bekend. Dat gaat veranderen, als het ligt aan Carola Hageman (Vereniging Hogescholen) en Jan Bakker (SURF): “We willen echt een etalage van praktijkgericht onderzoek maken.”
“Het gaat goed met het praktijkgericht onderzoek”, zegt Hageman. “We hebben een korte historie: we zijn pas 15 jaar bezig met praktijkgericht onderzoek. Gezien die korte tijd is het indrukwek-kend wat er al is opgeleverd. Zeker als je kijkt naar de middelen: we hebben maar een fractie van het onderzoeksbudget dat universiteiten te besteden hebben, maar de resultaten zijn onmiskenbaar.”
Het onderzoek dat bij hogescholen wordt gedaan is anders van karakter dan het academische onderzoek. Waar de universiteiten zich vooral richten op fundamenteel onderzoek, heeft hetonderzoek bij de hogescholen een praktijkgericht karakter. “Ons onderzoekis ook wetenschappelijk, valide en betrouwbaar”, zegt Hageman. “Maar het wordt gedaan in opdracht van en samen met het werkveld. Naast onderzoekers en studenten zijn er ook partijen uit het bedrijfsleven bij betrokken, om samen tot resultaten te komen. Het onderzoek is vaak ook kleinschaliger, dichter bij huis en met kortere termijnen dan het onderzoek op de universiteiten."
Zichtbaarheid
Het onderzoek zelf en de kwaliteit staan niet ter discussie, maar de zichtbaarheid ervan wel. Hageman: “Op dit moment worden de resultaten vooral met elkaar gedeeld, dus binnen de hogeschool met docenten en studenten, en natuurlijk met de opdrachtgever. We willen ook daarbuiten de uitkomsten gaan delen. Het onderzoek wordt vaak voor een aanzienlijk deel gefinancierd vanuit de samenleving, dus die samenleving heeft ook recht op de resultaten. Het complete werkveld moet er kennis van kunnen nemen, maar ook andere onderzoekers in Nederland."
Samen met het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA en HBO Kennisinfrastructuur (HKI) hebben SURF en de Vereniging Hogescholen de handen ineengeslagen om de zicht-baarheid van praktijkgericht onderzoek te verbeteren. Bakker: “Veel resultaten worden nu lokaal of regionaal opgesla-gen, maar we hebben ook een aantal landelijke voorzieningen. Dat levert de nodige versplintering op. We willen komen tot veel meer bundeling op dit gebied. Het idee is dat we gaan werken aan één platform voor praktijkgericht onderzoek, zodat we bestaande initia-tieven als POdium, HBO Kennisbank en Atlas kunnen samenbrengen op een nationale schaal en kunnen verbinden met thema-specifieke websites (zoals Groen Kennisnet). Dat platform moet ervoor zorgen dat alle onderzoeksresul-taten, onderzoeksprojecten en onderzoekers zichtbaar en vindbaar zijn.
Bovendien moet het voor instellingen gemakkelijker worden om al die infor-matie te verzamelen en te ontsluiten, volgens het principe ‘create once, publish everywhere’. Uiteindelijk denken we aan een webomgeving waarbinnen alle bestaande activiteiten gebundeld worden.”

"Welke eisen stelt het nieuwe platform aan de manier waarop de resultaten worden opgeslagen? Volgens Hageman moet het in elk geval niet ingewikkelder worden: “De resultaten worden nu ook al opgeslagen in repositories, daar gaan we gewoon gebruik van maken. Over de metadatering, het toevoegen van beschrijvende gegevens, moeten we nog afspraken maken. Het kan zijn dat we dat nog wat moeten uniformeren.” Bakker geeft aan dat hiervoor al de nodige standaarden beschikbaar zijn: “We kunnen werken met verschillende metadata-modellen en identifiers, die al worden gebruikt in vergelijkbare omgevingen. We hoeven al die vragen niet binnen dit project op te lossen.”
Open science
De Vereniging Hogescholen heeft in 2017 het Nationaal Plan Open Science ondertekend. Dat roept de vraag op welke ambities de hogescholen hebben op dit gebied en welke mogelijkheden het nieuwe platform hun biedt. “Het onderzoek wordt grotendeels gefinan-cierd door de samenleving”, zegt Hage-man. “Soms betaalt het beroepenveld ook een deel, maar in principe gaat het voor een groot deel om publiek geld. Praktijkgericht onderzoek is gericht opverandering van de samenleving, de resultaten hebben dan ook effect op die samenleving. Het lastige is dat de resultaten vaak niet in een wetenschap-pelijke publicatie terecht komen maar resulteren in een tastbaar product, een advies of een nieuwe werkwijze. Hoe gaan we dit teruggeven aan de maat-schappij? Wij vinden dat we daar een opdracht hebben, dat is natuurlijk ook de open science-gedachte. We gaan de onderzoeksresultaten niet achter een betaalmuur zetten, de informatie moet publiek beschikbaar zijn voor iedereen die er kennis van wil nemen. Dat geldt ook voor artikelen die gepubliceerd zijn in wetenschappelijke of vaktijdschriften.”
Ook voor SURF is open science een belangrijk uitgangspunt, stelt Bakker: “Daar horen open access en de toegang tot datavoorzieningen bij. Als SURF richten we ons primair op de infrastructuur die daarbij hoort. Onze rol is vooral om dat proces te faciliteren.”
Planning
Voor het ontwikkelen van dit platform is drie jaar uitgetrokken. “Alle partijen gaan erin participeren”, zegt Hageman. “Onderzoekers, docenten, studenten, het werkveld en de verschillende platforms die er nu al zijn. Het gaat in de eerste plaats om participatie van de hogescho-len. We hebben een publicatiecultuur nodig en een goed werkende onder-zoeks-infrastructuur. Het leuke is dat mensen nu al mee willen doen: zowel onderzoekers als ondersteuners melden zich aan voor de verschillende werk-groepen.” Bakker vult aan dat de om-geving wel een haal- en brengmodel is: “Het werkt alleen als iedereen zijn onderzoeksresultaten ter beschikking stelt. We zien het nodige enthousiasme hiervoor, ook bij de eindgebruikers."
Een belangrijke randvoorwaarde is inmiddels vervuld: de financiering isrond, aldus Hageman. “Het ministerie van OCW ziet het belang van dit project in en steunt het daarom finan-cieel. Dat maakt het voor ons gemak-kelijker om snel stappen te zetten. We starten met een beperkt aantal hogescholen die zich ook internationaal willen profileren met hun onderzoek. Dat noemen we onze ‘coalition of the willing’. Maar andere hogescholen kunnen op ieder moment instappen.”
SURF zal het project coördineren en als opdrachtnemer van het project optreden. “Wij hebben de kennis en ervaring en we zijn blij met het vertrou-wen dat in ons is gesteld”, zegt Bakker. “Het wordt een meerjarig traject waarin de samenwerking centraal staat. Daar-bij gaat het in de eerste plaats om de deelnemende hogescholen, maar ook om SIA en HKI. We zijn blij dat zij zich ook in onze plannen kunnen vinden.”
Resultaten
Wat voor effect gaat het platform hebben op het onderzoek aan de hogescholen? Hageman verwacht veel van de toegenomen zichtbaarheid: “Het is goed dat de resultaten breed gedeeld worden met het onderwijs en het werk-veld, maar ook dat andere onderzoekers een beter beeld krijgen van waar hun collega’s mee bezig zijn. Een ander effectkan zijn dat het werkveld eerder een onderzoeksopdracht bij een hogeschool neerlegt als men ziet wat er mogelijk is.”
Hageman voorziet geen problemen met het werkveld als het gaat om exclusivi-teit of concurrentiegevoeligheid van onderzoeksresultaten: “Als een bedrijf investeert in een onderzoek dat wij uit-voeren, kunnen we het een korte periode van exclusiviteit geven. Dat doen we zo min mogelijk, het uitgangspunt is en blijft open science. En bovendien: als je betrokken bent bij een onderzoek, kun je al tijdens de looptijd je voordeel doen met de tussentijdse resultaten. Maar we willen vrij kort na het afronden van het onderzoek de resultaten kunnen delen, uiteraard binnen de grenzen van de privacywetgeving.”
Dekking
Het platform wordt ontworpen als een levend systeem; de gesprekspartners benadrukken dat het succes vooral zit in de dekkingsgraad en het gebruik. “We willen straks 100% dekking, wat inhoudt dat al het onderzoek ook daad-werkelijk is opgenomen. En we hopen natuurlijk dat het veel wordt gebruikt door het werkveld, de docenten en de studenten”, zegt Hageman. Bakker kijkt al naar de doorontwikkeling over drie jaar: “De omgeving zal in beheer moeten worden genomen en moeten worden doorontwikkeld. In dit soort werelden is stilstand achteruitgang. De gebruikers zullen ook met nieuwe functionele eisen en wensen komen.”
Tegen die tijd is de financiering welafgelopen. “Daarom werken we aan een businessmodel waarmee we het platform levend kunnen houden”, zegt Hageman. “Dat maakt nadrukkelijk onderdeel uit van het project.”
Carola Hageman is plaatsvervangend directeur en secretaris van de Vereniging Hogescholen. Jan Bakker is lid van het bestuur van SURF. Ze maken beiden deel uit van de stuurgroep die de wensen heeft laten peilen van onderzoekers en werkveld op het gebied van toegepast onderzoek.
'Praktijkgericht onderzoek in de schijnwerpers' is een artikel uit SURF Magazine maart 2019
Tekst: Erik van der Spek
Foto's: Harry Meijer