Vakcommunity Urban Resilience leert studenten kijken door de lens van veerkracht

Vier Nederlandse technische universiteiten hebben een platform gebouwd voor toekomstige generaties ingenieurs. Het 4TU-project Urban Resilience in Delta Regions leidde tot een levendige vakcommunity die open leermaterialen over urban resilience verzamelt en ontwikkelt. Het pionierswerk vroeg om veel eigen veerkracht.

Carissa TU Delft

Er ligt een rode bal op een gebogen lijn. Een zwarte vijfhoek werpt zich op de bal. Die rolt weg. De lijn past zich aan. Om het verschijnsel resilience (veerkracht) uit te leggen, kun je er allerlei ingewikkelde theorieën bij pakken, maar je kunt ook de eenvoudige animatie Resilience Ball and Cup Heuristics laten zien, die docent Juan Pablo Aguilar-López van de TU Delft maakte. De animatie is een open leermateriaal uit de collectie van de vakcommunity Urban Resilience. Postdoc Carissa Champlin gebruikt de animatie van haar collega tegenwoordig standaard in haar werk. De Nederlands-Amerikaanse is onderzoeker aan de Faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft. Van 2019 tot 2021 leidde ze het 4TU-project Urban Resilience in Delta Regions, een initiatief van professor Tina Comes.

'Als jonge vakcommunity moesten we eerst bepalen wat er wel en niet op ons platform past.'

Carissa Champlin

'De missie van ons project was om toekomstige generaties ingenieurs interdisciplinair te leren kijken door de lens van veerkracht,' vertelt Champlin. 'Hoe kunnen we bouwen op een manier die niet tegen de natuur ingaat, maar ermee samenwerkt?' Urban resilience gaat niet alleen over technisch ontwerpen, maar vooral ook om de invloed ervan op de maatschappij en het klimaat.

Pionieren met veerkracht

Hoewel er in het projectvoorstel geen woord aan werd gewijd, ontdekte de vakcommunity al snel dat ze een conceptueel kader nodig hadden. 'We moesten bepalen wat resilience engineering precies is en hoe het verschilt van onderwerpen als risicomanagement en duurzaamheid,' zegt Champlin. 'Door dat kader wisten we wat er wel en niet op ons platform moest komen. Bovendien hielp het ons als jonge vakcommunity met het vinden van onze identiteit.'

Het pionieren vroeg om veel veerkracht van de jonge vakcommunity, waarvan de kern werd gevormd door 16 universitair docenten. De doorontwikkeling van edusources en de coronacrisis zorgden ervoor dat het publiceren van open leermaterialen langer duurde dan voorzien. Ze verlegden de focus op het opbouwen van een sterke community, onder meer door het organiseren van co-creatie workshops. Samen ontwikkelden ze lesmaterialen, een game en casestudies. En dat terwijl er in het begin nog helemaal geen platform was. Champlin lacht. 'We wisten niet hoe het open leermateriaal eruit moest zien en we konden het ook niet testen. Onze gesprekken met gebruikers waren daardoor heel hypothetisch: wat dénk je dat je nodig hebt?'

Aanpasbare leermaterialen

Een vakvocabulaire is nog in ontwikkeling. Champlin zegt daarover: 'Als ik het project opnieuw mocht doen, zou ik daar eerder meer energie in hebben gestoken. Een vakvocabulaire draagt bij aan betere communicatie tussen de leden van de vakcommunity.' Wel zijn er een aantal vereisten voor de open leermaterialen geformuleerd, zoals dat ze aanpasbaar zijn en divers van vorm: slides, maar ook video's, animaties en games.

Champlin: 'In mijn ervaring zijn de meeste docenten niet geïnteresseerd in het klakkeloos overnemen van de cursus van iemand anders. Adoptie van leermaterialen vraagt bijna altijd om adaptie.' Het delen van een Powerpoint-presentatie waaruit een docent enkele slides kan gebruiken is dus nuttiger dan het publiceren van een pdf of een hele MOOC. Inhoudelijk worden de producten niet beoordeeld, omdat het veelal afkomstig is uit de community of al eerder open acces is gepubliceerd. Een uitzondering vormde het leermateriaal van een universitair docent Cybersecurity uit de vakcommunity. 'In zijn les deed hij uit de doeken hoe je een energiesysteem hackt. Nuttig voor studenten die cybersystemen ontwerpen voor energiecentrales, maar uit veiligheidsoogpunt niet iets dat je open moet willen delen.'

'Co-creatie met studenten leverde ons veel content op en de studenten kregen meteen een goede introductie in het onderwerp stedelijke veerkracht.'
Carissa Champlin

Meer bewustwording over open onderwijs

Ook studenten namen deel aan het co-creatieproces. Zo werd de RELastiCity game, een door de community ontwikkelde game waarin spelers een fictieve stad veerkrachtiger moeten maken, door masterstudenten van verschillende faculteiten aangepast voor tien verschillende steden. Ze maakten hun eigen game en een trendrapport, een kleine casestudy. 'Het leverde ons veel content op en de studenten kregen meteen een goede introductie in het onderwerp stedelijke veerkracht,' zegt Champlin.

Het project maakte docenten meer bewust van de voordelen van open onderwijs. 'Docenten zouden alleen graag willen dat hun bijdragen aan het platform beter meetbaar en waardeerbaar zijn.' De ontwikkeling van edusources is nog niet zo ver dat goed te zien is wat er met gedeelde producten gebeurt. 'Via via hebben we gehoord dat er in Bangladesh gebruik wordt gemaakt van onze leermaterialen. We zouden heel graag horen hoe de materialen worden gebruikt in de wereld.' Dat de vakcommunity inmiddels staat als een huis, noemt ze de grootste verdienste van het project. Ook nu de subsidie is beëindigd, zetten de leden zich volop in voor het open delen en hergebruiken van leermaterialen. 'Ik ben ervan overtuigd dat als we niet samen aan zo'n concreet project hadden gewerkt, we nooit zo'n actieve community hadden gehad.'

Project Urban Resilience in Delta Regions

Urban Resilience in Delta Regions was een project van het 4TU.Centre for Resilience Engineering (4TU.RE), een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Twente, TU Eindhoven, TU Delft en Wageningen University & Research. Het project had tot doel het ontwikkelen en delen van verschillende vormen van open leermiddelen gericht op stedelijke veerkracht in delta's, en om de resulterende collectie leermaterialen een plek te geven in verschillende programma's binnen de 4TU's. Het project was onderdeel van de Stimuleringsregeling Open en online onderwijs, binnen de pijler Open leermaterialen.

Bekijk de collectie leermaterialen op edusources.nl

Tekst: Marjolein van Trigt