Goed leermateriaal ontwikkelen is tijdrovend en duur. Als je daarin samenwerkt, kun je veel voordelen behalen. Leermateriaal van anderen verrijkt je onderwijs, inspireert én bespaart tijd. In deze kennismaking lees je wat open leermaterialen zijn, hoe je die inzet en hoe je je eigen materialen zo opstelt dat anderen het optimaal kunnen gebruiken.
Wat zijn open leermaterialen?
Lees wat we onder digitale leermaterialen verstaan, en welke licenties er zijn waaronder je materiaal kunt delen.
Deze video laat je in nog geen 3 minuten de belangrijkste aspecten van digitale, open leermaterialen zien.
1. Definitie digitaal leermateriaal
Bij SURF hanteren we volgende definitie van digitaal leermateriaal:
Creatief werk ingezet voor onderwijsdoeleinden, zoals teksten, afbeeldingen, geluid of video, die digitaal beschikbaar zijn. Dit zijn materialen die docenten aanbieden aan een student of materialen die de student zelfstandig vindt en gebruikt bij de studie.
Leermateriaal kan bestaan uit losse materialen zoals weblectures of artikelen, maar ook uit samengestelde materialen, zoals open cursussen. Alles wat je inzet binnen je onderwijscontext/onderwijsleerproces, kun je zien als leermateriaal.
Bronnen
Blog Robert Schuwer
In deze blog zet Robert Schuwer de definitie uiteen van ‘learning materials’ en de afwegingen daarbij gemaakt kunnen worden. Een precieze definitie is lastig te maken. Wanneer je het hebt over ‘learning materials’, leg dan de nadruk op het beoordelen van de materialen. Gebruik daarvoor een model voor kwaliteit of controleer op de toegevoegde metadata. Zo kun je beoordelen of de materialen van waarde zijn voor je eigen onderwijs.
Je kunt leermaterialen informeel uitwisselen met je collega’s en bekenden, maar ook formeel delen via een opslagsysteem of repository (zie Open leermaterialen van anderen gebruiken). Om meer docenten de mogelijkheid te geven je leermaterialen te gebruiken is formeel delen de beste manier. Zo vergroot je het bereik. Dit delen kan semi-open (alleen binnen je instelling) of open. Deel je het open dan deel je het met de hele wereld. Er zijn geen restricties aan de vorm van de leermaterialen.
Een repository is een digitale bewaarplaats voor materialen die toegankelijk zijn via internet. In repository’s waar je leermaterialen opslaat en kunt vinden, komen de volgende gestandaardiseerde soorten leermaterialen voor:
- Informatiebron: kennisclip, vlog, blogpost, presentatie, boek, artikel,
- document, afbeelding, infographic, …
- Gesloten opdracht
- Open opdracht
- Evaluatie- en toetsmateriaal: quiz, test, toetsvraag
- Verkennings-/onderzoeksmateriaal
- Handleiding
Een repository bevat daarnaast metadata over de materialen. Metadata zijn gegevens die de karakteristieken van leermateriaal beschrijven, bijvoorbeeld auteur, onderwijsniveau, vakgebied bestandsformaat en dergelijke. Hierdoor zijn de materialen vindbaar voor gebruikers en voldoet de repository aan internationale standaarden voor data-uitwisseling.
2. Open leermateriaal
Wanneer je je leermaterialen formeel wilt delen, dan is het handig toestemming voor hergebruik vast te leggen. Dat kun je individueel doen of op voorhand voor iedereen. Voor het materiaal dat je open deelt, open leermateriaal, heeft SURF de volgende definitie:
Digitaal leermateriaal dat is gepubliceerd met een open licentie, zoals Creative Commons. Zo’n licentie staat gebruikers toe het werk te kopiëren, (her)gebruiken, bewerken, opnieuw arrangeren en verspreiden. Internationaal worden open leermaterialen Open Educational Resources (OER) genoemd.
Internationaal spreekt men vaak over de 5 R'en van David Wiley om open leermateriaal te gebruiken:
|
|
Open licenties
Onderwijsmateriaal dat je zelf maakt is eigendom van jou of van je werkgever/instelling en niemand anders mag daar ongevraagd iets mee doen. Er rust copyright, auteursrecht, op.
Maak je onderwijsmateriaal in tijd van je instelling, dan heeft je instelling volgens de wet en de CAO het auteursrecht. Wil je alle ins en outs weten rond auteursrechten in het hoger onderwijs kijk dan op auteursrechten.nl. Op auteursrechten.nl staan ook de contactgegevens van alle Auteursrechten Informatiepunten bij hogeronderwijsinstellingen.
Auteursrecht bij onderwijsinstellingen
Veel hoger onderwijsinstellingen hebben eigen sites waarin ze het auteursrecht uitleggen. Bijvoorbeeld op de sites van NHLStenden, Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit.
Op de website van de Universiteit Utrecht vind je ondersteunende materialen, bijvoorbeeld een clip waarin men uitlegt hoe het auteursrecht bij kennisclips geregeld is. De uitleg is niet alleen relevant voor wanneer je een kennisclip maakt, het geldt ook voor ander leermateriaal.
Wanneer mensen jouw materiaal willen gebruiken, moeten ze jou of je instelling daarvoor toestemming vragen. Het is daarom handiger dat je als rechthebbende je materiaal standaard oormerkt voor hergebruik. De eindgebruiker hoeft daar dan niet apart om te vragen. Vooraf toestemming geven voor hergebruik kan via een open licentie. De meest gebruikte licenties hiervoor zijn de Creative Commons-licenties.
Vraag
Schrijft jouw instelling een Creative Commons-licentie voor?
3. Creative Commons-licenties
Bouwstenen van de licenties
Creative Commons-licenties worden opgebouwd rond 4 bouwstenen. Deze bouwstenen stellen 4 gebruiksvoorwaarden voor, die gecombineerd kunnen worden tot 6 verschillende licenties.
Dit zijn de 4 bouwstenen van de Creative Commons-licenties:

Je staat anderen toe om het werk waar jij auteursrecht op hebt te kopiëren, distribueren, vertonen, en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken dat op jouw werk gebaseerd is – maar uitsluitend als jij vermeld wordt als maker.
Niet-commercieel

Anderen mogen je werk kopiëren, vertonen, distribueren en opvoeren, alsmede materiaal wat op jouw werk gebaseerd is, mits niet voor commerciële doeleinden. Regulier onderwijs mag dit dus gebruiken. Maar een commerciële opleiding of training mag dit materiaal niet gebruiken.
GeenAfgeleideWerken

Anderen mogen je werk kopiëren, distribueren, vertonen en opvoeren mits het werk in de originele staat blijft. Het is niet toegestaan dat anderen jouw werk gebruiken als basis voor nieuw materiaal.
GelijkDelen

Je staat anderen toe om van jouw werk afgeleid materiaal te maken onder de voorwaarde dat zij het onder dezelfde licentie vrijgeven als het originele werk.
De Naamsvermelding-voorwaarde is een verplicht onderdeel van elke licentie en GelijkDelen en GeenAfgeleideWerken kunnen niet gecombineerd worden. Hierdoor zijn er 6 verschillende combinaties mogelijk.
De verschillende Creative Commons-licenties
Hieronder vind je de 6 licenties gerangschikt van minst restrictief naar meest restrictief. Klik op een naam voor meer uitleg.
Naamsvermelding
Naamsvermelding-GelijkDelen
Naamsvermelding-NietCommercieel
Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen
Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken
Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken
Bron: creativecommons.nl
Tip
Bekijk deze video met meer uitleg over Creative Commons-licenties.
Naast deze 6 licenties bestaan er ook nog 2 andere labels, namelijk:
- Publieke domein dedicatie (CC0)
- Public Domain Mark (PDM)
Dit zijn geen licenties, maar manieren om duidelijk te maken dat je volledig afstand van je auteursrecht wilt doen (CC0) of dat het om een werk gaat waar geen auteursrecht (meer) op rust (PDM). Als je afstand doet van je auteursrecht is een nadeel dat je dan ook niet meer kunt zien van welk (gerenommeerd) persoon/instituut het werk afkomstig is.
Samenvatting
Als je instelling geen beleid heeft op het vlak van auteursrecht dan ligt het auteursrecht op het werk dat je binnen je aanstelling maakt bij de instelling. Aan de andere kant van het spectrum ligt het publieke domein, waarmee volledig afstand is genomen van het auteursrecht. Daartussenin liggen de Creative Commons-licenties waarmee hergebruik en opnieuw delen onder voorwaarden toegestaan is. Het kan zijn dat je instelling hier beleid op heeft of dit in de toekomst gaat ontwikkelen.

Bronnen
Ook voor medewerkers van SURF is er beleid rond het gebruik van Creative Commons. Bekijk de checklist en de handleiding ter inspiratie voor als je Creative Commons-licenties in je eigen organisatie wilt invoeren.