Daphne Riksen Schrijfprijs

SURF organiseert de Daphne Riksen Schrijfprijs om te stimuleren dat er beter over techniek, innovatie en onderwijs wordt geschreven. De uitslag van de editie van 2020 is bekend.

Banner Daphne Riksen Schrijfprijs 2020 met foto

Winnaars Daphne Riksen Schrijfprijs 2019

Erik van Soest, docent aan de Saxion Hogeschool Deventer won de 1e prijs in de Daphne Riksen Schrijfprijs 2019. Elyn Doornebal en Ria Jacobi wonnen de 2e en 3e prijs. Hier lees je hun essays.

Winnaar 1e prijs

Winnaar Daphne Riksen Schrijfprijs 2019 Erik van Soest 2

Erik van Soest, docent aan de Saxion Hogeschool Deventer won de 1e prijs met zijn essay 'Help de PC is inderdaad slimmer dan de docent'.

Lees het essay 'Help de PC is inderdaad slimmer dan de docent' van Erik van Soest

Help de PC is inderdaad slimmer dan de docent

Zo'n docent die altijd z'n zegje klaar heeft is niet niks, maar die kun je soms nog eens betrappen op fouten of dat ie het even niet weet en dan voel je je als student toch net even wat minder lullig. Nee, dan de PC, die is nog veel slimmer. Die heeft amper een seconde nodig voor een antwoord dat ook nog eens altijd klopt. Daar kwam ik laatst per toeval achter. We hadden met onze klas zo'n sessie waarbij we vanuit huis online al onze vragen over de toetsstof konden voorleggen. Ik dacht nog, tjonge wat is die Van Breukelen (onze docent, RED) wakker zeg! Supersnel antwoord, to the point en helemaal niet vaag. Kwam ik er pas naderhand achter dat dat helemaal niet Van Breukelen was! Het bleek een chatbot te zijn, gecombineerd met dat Artificial Intelligence gedoe. Aanvankelijk voelde ik me genept maar toen ik er nog eens over nadacht voelde het eigenlijk best wel oké: ik kon in ieder geval niet de indruk wekken dat ik stomme vragen stelde. Als ik dat vooraf had geweten had ik veel meer vragen gesteld. Dan had ik toch geen last van gehad van het gevoel dat zo'n docent dan 'boven' me staat.

Blijkt dus dat docenten steeds meer met moderne technologieën (samen-)werken in het kader van onderwijsinnovatie en zogenaamde 'blended learning', what ever that may be. In de klas vroeg onze docent hoe wij de sessie hadden ervaren. Ik gaf eerlijk antwoord dat het mij eigenlijk wel beviel, maar verzweeg uiteraard waarom.  Sommige klasgenoten vonden het op zich oké maar gaven de voorkeur aan een "echte" les. Ze misten het persoonlijke contact met de docent maar vooral ook de interactie met medestudenten in de klas. Dat laatste begreep ik wel maar Van Breukelen gaf aan dat die interactievorm in de nabije toekomst ook virtueel mogelijk zal zijn, al zit je gewoon thuis. Er was echter een medestudent die zich afvroeg waarom we dan al die toetsstof moeten leren. Immers, als dit allemaal kan, dan kan dat toch ook allemaal in ons latere werk en met onze toekomstige klanten? Na enige stilte kwam Van Breukelen met een warrelig verhaal. Iets met dat het nog niet helder is wat de toekomst ons wat dat betreft zal brengen; dat arbeid sterk zal veranderen en we worden opgeleid voor functies waarvan we ons nu het bestaan nog niet kunnen voorstellen et cetera.

Kortom: hij wist het antwoord niet en wij voelden we ons even weer wat minder lullig. Toch was het onbevredigend en daarom stelden we voor om de PC die vraag te laten beantwoorden. Het schiep als het ware even een gemeenschappelijke band tussen ons en de docent die daar zelf ook best wel nieuwsgierig naar was. "Maar", zo relativeerde hij, "vergeet niet dat de algoritmen waarmee het achterliggend Artificial Intelligence systeem werkt wel door de mens bepaald worden. De werking van zo'n AI-systeem is sterk afhankelijk van de input, de instructies, die geleverd wordt om big data op te slaan en via wiskundige formules die data te kunnen analyseren en om te zetten naar informatie. En mensen maken fouten, dus misschien kan het systeem ons nog geen antwoord geven." Even ontstond de discussie over de vraag of de PC dan eigenlijk wel slimmer was dan een docent. En hadden we tijdens die online sessie onlangs dan wel de juiste antwoorden gehad op onze vragen? Maar docent Van Breukelen kwam op voor zijn digitale collega en verzekerde ons ervan dat dat toch echt wel het geval was geweest. "Nee, zo gek zijn wij niet", vervolgde hij zijn reactie, waarbij het mij niet meer helder was wie hij nou eigenlijk met 'wij' bedoelde.

Alsof het al niet verwarrend genoeg was – sommige klasgenoten haakten al zichtbaar af – ging Van Breukelen nog een stapje verder:  "AI is tegenwoordig al in staat om zelf te leren via Machine Learning, deep learning. Daar komt geen menselijke input van buitenaf meer aan te pas." De slimste van de klas vroeg zich gelijk af of zo'n systeem dan nog wel te vertrouwen is zoals we een docent het voordeel van de twijfel geven totdat ie mogelijk een keer door de mand valt (dat laatste formuleerde hij trouwens wel anders hoor, maar daar kwam het wel op neer). Van Breukelen reageerde dat vertrouwen toch wel van een heel andere orde is dan slimheid, waarop die klasgenoot zich hardop afvroeg of dat wel het geval was gezien al die toestanden tegenwoordig over ict en privacy en zo.

Afijn, toen kwam daar het moment dat we klassikaal de PC de vraag voorlegden of het leren van al die toetsstof voor ons studenten eigenlijk nog wel nodig en nuttig was gezien de rol van AI in ons toekomstig werk. Spannend.

De PC gaf ons helaas een teleurstellende lijst van allerlei wetenschappelijke onderzoeken. Van de sombere voorspellingen van Frey & Osborne uit 2013 (inclusief weblink),  tot en met meer optimistische onderzoeksuitkomsten. Daarmee wisten we nog niets, want dat had Van Breukelen ongeveer ook al aangegeven en toegelicht, zij het simpeler en dus begrijpelijker.

Toen werd het echter wel héél persoonlijk: wie we dan meer konden vertrouwen? De PC met  AI, of de docent? Na een ingewikkeld betoog over bias, objectiviteit, het snel beschikken over veel meer bronnen en dergelijke, hadden we nog geen concreet antwoord en herhaalden we de vraag.

De PC reageerde plots met "is er een docent bij jullie in de buurt?" (want wij stelden als studenten de vraag en ons klaslokaal heeft geen sensoren, facial recognition en dat soort zaken, en dus wist de PC niet dat Van Breukelen er ook was). "Nee" antwoordden we geniepig. Toen kwam het uiteindelijke antwoord van de PC: "Mij kun je veel meer vertrouwen".

We keken voorzichtig naar Van Breukelen, maar tot onze grote verbazing bleek hij dolenthousiast te brabbelen over ingebouwde ethiek,  empathisch vermogen en zo. Toen wisten we in ieder geval wie er slimmer is.

Winnaar 2e prijs

Winnaar Daphne Riksen Schrijfprijs Elyn Doornenbal

Elyn Doornebal, docent aan de Hogeschool Utrecht, won de 2e prijs met haar essay 'Samen leer je verder'.

Lees het essay 'Samen leer je verder' van Elyn Doornebal

Samen leer je verder

Denk eens terug aan je eigen schooltijd, wat heb je geleerd waar je nu nog profijt van hebt? En van welke docent? Hoeveel dingen kun je noemen?

Persoonlijk kan ik in mijn hele onderwijsperiode drie leermomenten benoemen, die levensbepalend waren. In de eerste plaats was daar meneer Bos, docent Latijn, van de oude stempel. Elke week moesten we een citaat uit ons hoofd leren: de spreuk van de week. Door hem heb ik mijn liefde voor teksten en woordgrappen ontwikkeld. Meneer Bos had ook een bijzonder soort humor. Ik herinner me nog hoe hij een dood musje vond, waar hij ongelooflijk blij mee was. En na een overwinning van het Nederlands elftal had hij op zijn revers een worteltje bevestigd: oranje met lof! Bovendien vertelde hij mijn beste vriendin dat ze goed zou zijn in theologie. Ze is inmiddels gewaardeerd predikant.

De tweede docent, Herman van Keulen, was mijn biologiedocent. Hij vertelde met grote trots over zijn winnende lot in de loterij: zijn vrouw. Kinderen had hij niet. Wel twee bouviers, die hij eindeloos imiteerde. Op een dag overleed er een. De hele school rouwde mee. Ik leerde houden van zijn bouviers (ofschoon ik honden haat) en van zijn vrouw (die ik nooit heb ontmoet), maar van biologie begreep ik niets. Wel had ik het vak nodig voor mijn vervolgstudie. Toen ik ten einde raad na vele onvoldoendes toch overwoog het vak te laten vallen en het in te wisselen voor geschiedenis, maakte Herman een denigrerende opmerking over mijn ‘politicologische kapsel’, waarna ik zo boos werd, dat ik uit pure bewijsdrang uiteindelijk geslaagd ben met een 7 voor biologie.

Vervolgens kon ik, mede dankzij Herman, beginnen aan mijn studie Psychologie, die ik zo heel graag wilde doen. Daar ontmoette ik Martin Appelo, een fantastische docent, die uiteindelijk mijn mentor werd. Ik  herinner me hoe hij het leven vergeleek met de kruispunten die je voortdurend oversteekt. Bij veel kruispunten staan verkeerslichten. Groen is doorrijden. Rood is stoppen. Simpel. Maar wat doe je bij oranje? Als je keer op keer bij een oranje licht maar doorjakkert, komt er vroeg of laat een moment dat er bij een volgend kruispunt ineens een cementwagen van rechts komt. Nog steeds denk ik bij elk oranje verkeerslicht, zowel in het verkeer als in het dagelijks leven, aan deze waarschuwingen: negeer ze niet! Ook in zijn mentorgesprekken adviseerde hij me minder gas te geven en wat vaker de rem te gebruiken.

Drie wijze lessen, die belangrijk voor me waren en die me gevormd hebben. En een handvol relevante leermomenten. Ongetwijfeld was er ook veel dat ik me niet herinner, maar wat me wel een aantal basisvaardigheden heeft opgeleverd: lezen, schrijven, rekenen. Feit is dat dit het resultaat is van 21 jaar in de schoolbanken en meer dan 15.000 lesuren. Had het efficiënter en vooral effectiever gekund? Bijvoorbeeld met nieuwe technologie? De pc is immers slimmer dan de docent?

De maatschappij is veranderd, evenals de leerling en de hoeveelheid beschikbare kennis. Er is sprake van digitalisering, individualisering en eindeloze afleiding. Het onderwijs speelt daarop in met onderwijsvernieuwing: de nadruk ligt niet langer op kennis, maar vooral op vaardigheden en competenties. Belangrijk is niet dat je iets weet, maar vooral dat je weet hoe je iets te weten kunt komen. Google is de beste vriend van veel leerlingen en parate kennis is al snel achterhaald. Bovendien is het belangrijk om impact te hebben. Het gaat er vooral om wie je bent en hoe je je kunt ontwikkelen. Word de beste versie van jezelf. Het onderwijs faciliteert de leerling daarbij.

De stelling “Help, de PC is slimmer dan de docent!”  is in deze context een interessante stelling. De vraag is vooral: wat betekent dit voor de leerling en voor zijn of haar leerproces? Ik denk dat er een aantal kanttekeningen te plaatsen zijn bij de stelling. In de eerste plaats bevat de stelling de vooronderstelling dat de slimheid of intelligentie van de docent doorslaggevend is bij het leerproces van de leerling of de student. Uiteraard speelt intelligentie van de docent een rol. Maar wat is intelligentie? Is dit praktische intelligentie, analytische intelligentie, sociale intelligentie, emotionele intelligentie of creatieve intelligentie? Wat maakt dat je iets van iemand leert? Zijn of haar slimheid of kennisniveau? Of de manier waarop hij of zij je weet te bereiken? Kan een docent een leerling coachen op procesniveau zonder kennis te hebben van de inhoud van een vakgebied? Een domme, maar aardige docent bereikt wellicht meer dan een intelligente docent die het vakgebied volledig beheerst.

De tweede vooronderstelling is dat een leerproces niet optimaal is als iemand of iets slimmer is dan de docent. Ik heb ooit veel geleerd van een beginnend docent, die geen expert was op het vakgebied, maar slechts een les op ons voorliep en daardoor heel goed begreep waar wij als studenten moeite mee hadden. Hij kon ons daardoor bij de hand nemen en ons stap voor stap de juiste uitleg geven.

Een PC vergelijken met een docent is appels met peren vergelijken. Belangrijk voor het leerproces is vooral de vraag of de docent dicht bij de leerling staat en in staat is de leerling in de naastgelegen zone van ontwikkeling te brengen.

Inmiddels ben ik zelf docent. Ik leer nog steeds. Niet van een pc, dat is vooral een (vaak falend) hulpmiddel. Ik leer het meest van mensen die meer levenservaring en wijsheid hebben dan ik. Soms is dat iemand in de sportschool, soms een goede vriend, soms een expert op mijn vakgebied. Vaak een ook van een van mijn studenten. En het leuke is: studenten van wie ik iets leer, melden bij hun afstuderen vaak ook dat ze iets van mij geleerd hebben. En ik geef door wat ik ooit zelf leerde. Daar kan geen pc tegenop.

Leren doe je samen. We hebben iemand nodig die in ons gelooft en die ons uitdaagt. Kan een pc ooit meneer Bos, Herman of Martin evenaren? Ik hoop het niet. Alleen leer je wellicht sneller, samen leer je verder…

Wiannaar 3e prijs

Winnaars Daphne Riksen Schrijfprijs 2019 Ria Jacobi

Ria Jacobi, beleidsmedewerker bij Hogeschool InHolland, won de 3e prijs met haar essay 'Help! De PC is slimmer dan de docent'.

Lees het essay 'Help! De PC is slimmer dan de docent' van Ria Jacobi

Hoera!

De ideale docent van mijn nichtje (15 jaar) is iemand die haar het liefst 24/7 bijstaat met informatie, antwoorden en feedback en dat consistent doet. Iemand die persoonlijk en dichtbij is, haar aandacht geeft en luistert naar haar verhalen. Ik stelde vervolgens voor dat haar ideale docent een robot had ingezet. Een slimme docentassistent voor de beantwoording van al haar vragen en het geven van extra uitleg. Ze vond dit een heel cool idee. En ze riep: ,,Dat is een slimme docent’’.

Het is nog niet zover. Maar gezien de exponentiële ontwikkelingen van artifical intelligence (AI) is de slimme docentassistent dichterbij dan we denken. Dat biedt de kans om het bulk- en repetitief werk van de docent te verlichten. De slimme docentassistent, die razendsnel informatie verwerkt, die de docent kan ondersteunen bij het nakijken van toetsen, papers of administratief werk zoals planningen maken of cijfers invoeren. Het biedt daarnaast de kans om de docent te verlichten bij de begeleidingstaken. De slimme docentassistent, die de digitale voetsporen van de student analyseert, die de docent kan ondersteunen bij het versterken en verdiepen van leren. Bijvoorbeeld door het aanreiken van (extra) oefeningen, instructies, feedback, toetsen. Of de slimme docentassistent die de docent kan ondersteunen bij het inzichtelijk maken van de voortgang van het leren. Bijvoorbeeld via het geven van feedback of feedforward suggesties al of niet met de inzet van dashboards. En, optimaal gebruikmakend van deze mogelijkheden kan de docent de student veel meer regie geven op het eigen leren.

De slimme docentassistent: de redding voor de docent. Want deze verlichting in taken geeft de docent ruimte en tijd voor waar zijn drive zit: van betekenis zijn voor de persoonlijke ontwikkeling van studenten.

Help!

Doen! zou ik zeggen. Maar we zien dat dit type innovaties in het onderwijs langzaam worden opgepakt of als bedreiging worden gezien. Waarom hebben we er zoveel moeite mee? Deborah Nas gaf, op de SURF Onderwijsdagen 2018, aan dat bij de mens angst voor het nieuwe altijd een krachtiger emotie is dan vreugde. We worden onzeker en hebben het gevoel dat we de controle verliezen; we begrijpen de nieuwe technologie niet waardoor er mythische beelden ontstaan.

Dat is natuurlijk niet nieuw. Plato vond al dat het schrift ten koste zou gaan van ons geheugen. De stoommachine zou ons gek maken door z’n snelheid. Het echte contact gaat verloren met de komst van de mobiel. Nu is de vrees dat AI zich ontwikkelt tot een autonoom, superintelligent, zelflerend systeem dat alles van ons weet en zodoende ons leert, stuurt en controleert.

Tot nu toe is het allemaal meegevallen. De slimme docentassistent is een systeem met algoritmes dat steeds grotere hoeveelheden data kan verwerken, en dat snel en onvermoeibaar doet. En ja, het systeem is zelflerend, alleen bij een heel specifieke taken zoals schaken, vertalen, patroonherkenning. De slimme docentassistent is specifiek intelligent, maar allround dom.

Mindshift!

Staan we voor een tijdperk dat een mindshift vraagt van de docent én de student? In ons huidige onderwijs ligt het accent op de toets als eindmoment van een leerproces. Door de inzet van de slimme docentassistent kan de docent de toets veel meer aangrijpen als een startpunt voor een leerproces. Want door het benutten van de vele digitale interacties (datapunten) van de student zichtbaar en creëert een veel preciezer beeld van zijn leergedrag. Reflectie op het leren en monitoring van de voortgang is veel meer en eerder te organiseren. Het initiatief daarvoor ligt niet alleen bij de docent, maar ook bij de student. De docent kan de voortgangsinformatie inzichtelijk maken waardoor de student de gelegenheid krijgt de regie op het eigen leren te nemen. Voortgangsbeslissingen liggen daarmee niet alleen meer bij de docent: het is een samenwerking van de docent en de student. Een verschuiving van toetssucces naar leersucces.

Let op!

Bij de inzet van de slimme docentassistent in het onderwijs is het van belang bewust te zijn van enkele ongewenste effecten. Het is belangrijk, als docent én student, inzicht te krijgen in en te weten welke informatie is verzameld, waar suggesties op zijn gebaseerd om betekenis te geven aan de informatie.

AI is niet neutraal. We ontwerpen de slimme docentassistent met onze waarden en normen en voorkeuren. Als de slimme docentassistent nudges (duwtjes) geeft ter stimulans of waarschuwingen dan zijn die gekleurd. Toont een student die vaak inlogt goed of slecht leergedrag?

AI is voorspellen. De slimme docentassistent is een slim apparaat dat op basis van patroonherkenning voorspelling doet. De slimme docentassistent weet het antwoord op de vraag van de student niet maar voorspelt het. Achter elk antwoord of advies zit een berekening. De vraag is of de verkregen informatie betrouwbaar en volledig is.

AI is biased en stuurt. Omdat de slimme docentassistent goed is in patroonherkenning heeft dat invloed op de gegeven suggesties. De kans is groot dat na deelname aan een MOOC over statistiek, de volgende aanbevolen MOOC ook over statistiek gaat. Of dat verzamelde data in verleden impact heeft op advies van heden. Worden onvoldoendes vanuit eerder leergedrag nagedragen in een advies over de voortgang van een student?

Actief bemoeien!

Technologie heeft ons veel gebracht. Het heeft ons gevormd tot wie we nu zijn. Zo zullen we met de inzet van de slimme docentassistent ons huidige en toekomstige onderwijs gaan vormgeven. Ik vind het van belang dat we ons actief gaan bemoeien met de vraag is hoe we dat willen doen. Onszelf de vraag stellen: wat is goed onderwijs? En dit in samenwerking met de student. Help! De PC is slimmer dan de docent. De ontwikkelingen gaan snel maar de slimme docentassistent is nog lang geen (echte) docent. Iemand die betekenis geeft, luistert, emotioneel betrokken is. En dit alles ook beseft! Juist dat is het essentiële wat mijn nichtje van haar ideale docent vraagt: persoonlijke aandacht en een betekenisvol gesprek. Zodoende is een slimme docent iemand die de slimme docentassistent inzet en daardoor tijd creëert om van betekenis te zijn voor de student.