Erik Folgering van de HAN
Praktijkverhaal

Gelders ruimtevaartproject gedijt bij het delen van data

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Radboud Universiteit, Wageningen University & Research en diverse bedrijven uit de Gelderse regio werken samen aan een satelliet. Dat vraagt om een intensieve uitwisseling van gegevens tussen studenten, docenten, onderzoekers en externe partijen. Voor het opslaan en delen van data gebruiken zij Research Drive.

Een satelliet ter grootte van een melkpak ‘op Gelderse kracht’ de ruimte in sturen. Dat is de missie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), de Radboud Universiteit en Wageningen University & Research in samenwerking met een aantal bedrijven uit de regio. De universiteiten zijn verantwoordelijk voor de wetenschappelijke experimenten die in de ruimte moeten plaatsvinden, studenten van de hogeschool bouwen de satelliet. Zij buigen zich over vragen als: hoe zorg je voor een dataverbinding tussen de ruimte en de aarde? Hoe houd je de temperatuur van de satelliet constant?

Onderzoeksondersteuning

Een leuke rolverdeling, vindt Erik Folgering, hoofd bedrijfsvoering bij het Instituut Engineering van de faculteit Techniek van de HAN. En een samenwerking die vraagt om een intensieve uitwisseling van gegevens tussen studenten, docenten, onderzoekers en externe partijen. Folgering vertelt: “Op zoek naar een platform voor het opslaan en delen van data, nam ik zelfstandig contact op met SURF. Daar bleek dat de HAN zich al breder bezighield met SURF Research Drive. Besloten werd om mijn project als pilot te gebruiken om de mogelijkheden van Research Drive te onderzoeken.”

De HAN is bezig met een herinrichting, waarbij werken in de driehoek onderwijs, onderzoek en ondernemerschap centraal staat. De hogeschool wil meer focus aanbrengen in het soort onderzoek dat in Arnhem en Nijmegen plaatsvindt. Bij deze ontwikkelingen horen nieuwe ondersteuningsvormen, want op dit moment is de ondersteuning nog wat versnipperd. “Met doorvragen kom je er meestal wel uit bij wie je moet zijn,” zegt Folgering. “ Leuk aan dit project is dat ik stukjes HAN ontdek die ik nog niet kende. Ik bleek bijvoorbeeld niet de enige die met vragen over dataopslag zat. We zijn nu met elkaar aan het leren hoe we onderzoeksondersteuning kunnen vormgeven.”

Hergebruik

Intern is het verzamelen, bewerken en opslaan van data prima geregeld, vindt hij, maar extern is de hogeschool nog zoekende. “Dat wordt grondig aangepakt, al test ik Research Drive nog niet tot aan zijn grenzen. We delen voornamelijk onderzoeksrapporten van studenten.” Een onderdeel van de zoektocht vormt de vraag hoe data op een consistente manier kunnen worden bewaard voor hergebruik. “We slaan alles netjes op, maar de HAN verandert af en toe van systemen. Onderzoek uit het verleden is beperkt toegankelijk en wordt om die reden niet veel hergebruikt. Dat is gelukkig aan het veranderen, maar daarvoor zijn goede faciliteiten noodzakelijk.”

Nog anderhalf jaar schatten de onderzoekers nodig te hebben voordat de satelliet klaar is. Dan is het wachten op een plekje op een raket van ESA, de Europese Ruimtevaartorganisatie. Naar verwachting zal de satelliet in 2022-2023 de ruimte in worden geschoten.

Dit artikel komt uit het rapport Onderzoeksondersteuning op hogescholen uitgelicht: vijf voorbeelden uit de praktijk

Dit artikel is relevant tot