Robert-Jan Korteland maakt onderwijsinnovatie zichtbaar
Al vanaf zijn eerste, werkzame jaren in het onderwijs brengt Robert-Jan Korteland zijn fascinatie voor didactiek in de praktijk. Met een achtergrond in de optiek en optometrie, vroeg hij zich tijdens zijn studie in onderwijswetenschappen af: “Kan een docent beter lesgeven als hij realtime ziet waar een student naar kijkt?”
Robert-Jan Korteland
We bevinden ons in het Digital Education Lab van de lerarenopleidingen van Hogeschool Utrecht. Overal staan apparaten die uitnodigen tot experimenteren: laserprinters, houtsnijmachines, een kaarten-stanspers, 3D-printers en een stevige flightcase. Daarin zit, zo horen we, het EyeLab: een mobiel onderzoeksstation vol camera’s en eyetracking apparatuur.
Voor Robert-Jan Korteland (43), docent-onderzoeker en coördinator van de programmalijn Digitale Innovatie voor Onderwijs (DIO) binnen het lectoraat Betekenisvol Digitaal Innoveren, voelt het hier als thuiskomen. Het is de plek waar onderwijs, nieuwsgierigheid en technologie elkaar raken. “Een student heeft software ontwikkeld waarmee ik nu via eyetracking-brillen kan zien waar twee mensen tegelijkertijd naar kijken terwijl ze leren,” vertelt hij enthousiast. “Daarmee kan ik gedeelde visuele aandacht van bijvoorbeeld een docent en een student operationaliseren. Ik kan dus letterlijk meten hoe ver twee blikken van elkaar verwijderd zijn tijdens een leerproces.”
“Ik hou van dingen doorrekenen, nauwkeurig onderzoeken. Altijd vanuit de gedachte: wat betekent dit straks voor studenten en docenten in echte leersituaties?”
Deze uitleg is typerend voor Korteland. Iets wat voor anderen misschien vaag of theoretisch klinkt, maakt hij graag concreet en meetbaar. Of, zoals hij het zelf zegt: “Ik hou van dingen doorrekenen, nauwkeurig onderzoeken. Altijd vanuit de gedachte: wat betekent dit straks voor studenten en docenten in echte leersituaties?”
Dankbaar werk
Robert-Jan Korteland ziet geen rechte carrièrelijn, maar wél een consistente drijfveer. Het gaat hem om betekenisvol bezig zijn met het menselijk vermogen om te leren, te kijken en te begrijpen. Als kind tekende hij graag ogen. “Ogen werken als magneten,” zegt hij. “Voorwerpen die op een gezicht lijken, trekken aandacht. Het is de reden waarom baby’s graag naar een stopcontact kruipen. Ogen zijn voor mij altijd een bron van inspiratie geweest.”
Na schooljaren waarin Korteland liever tijd aan skateboarden en gitaarspelen besteedt, volgt een opleiding Verpleegkunde, een optiekopleiding, een deeltijdstudie Optometrie, een master onderwijswetenschappen en ontwikkelingswerk in Oekraïne en West-Afrika. Tijdens een missie in Lviv merkt hij hoe essentieel en kwetsbaar toegang tot oogzorg is. “Ik paste daar brillen aan bij weeskinderen en daklozen en deed ook oogmetingen in gevangenissen. Vanuit je beroep zinvol bijdragen zonder er iets voor terug te verwachten, dat vond ik heel dankbaar werk. Het doet pijn om te constateren dat de meeste gebouwen in Oekraïne uit die tijd er inmiddels niet meer staan en veel mensenlevens verloren zijn gegaan.”
“Ogen zijn voor mij altijd een bron van inspiratie geweest”
Knoppenkunde
Inmiddels is Korteland anderhalf jaar bezig met een PhD aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek draait om ‘cognitive apprenticeship teaching in (para)medisch onderwijs’, het meester-gezelmodel waarin leren plaatsvindt door dicht op de expert te zitten.
“Dat gaat helemaal terug naar vroeger. We doen dat al eeuwen zo. Een schoenmaker die zijn kennis een-op-een aan zijn zoon overdroeg op de werkplek was de standaard. Ik probeer dit meester-gezelconcept met mijn PhD te verfijnen, omdat er tegenwoordig in het medisch domein veel technologie moet worden aangeleerd. Je moet veel soorten apparatuur kunnen bedienen als je oogonderzoek doet. Ook ‘knoppenkunde’ hoort bij medische kennis die op deze manier kan worden overgedragen.”
Hier komt ‘zijn’ EyeLab in beeld. Met de dubbele eyetracking-setup meet Korteland hoe expert en beginner hun visuele aandacht verdelen tijdens het leesproces. “Wat gebeurt er op het moment dat de docent uitleg geeft over een anatomische structuur? Bewegen de ogen van de student naar hetzelfde punt als waar de docent naar kijkt? En hoe snel gebeurt dat? Dit zijn interessante onderwerpen om te onderzoeken.”
“Je moet veel soorten apparatuur kunnen bedienen als je oogonderzoek doet”
Honest Mirror
Korteland verdeelt zijn kostbare tijd over twee locaties op het Utrecht Science Park. “De Hogeschool Utrecht, mijn homebase, is wat praktijkgerichter. Universiteiten leveren veel kennis waar we in de praktijk evidence based of evidence informed onderwijs mee faciliteren. Ik onderzoek of een bepaalde manier van onderwijs geven effectief is. Daar publiceer ik over en ik probeer het te valoriseren in het onderwijs. Hier op de hogeschool kun je gewoon een product of innovatie maken op basis van wat we te weten zijn gekomen door wetenschappelijk onderzoek. Dat vind ik een mooi en aantrekkelijk gegeven.”
De onderzoekslijn die Korteland op de HU coördineert, valt onder het lectoraat Betekenisvol Digitaal Innoveren. “Binnen het lectoraat werken we onder andere aan Honest Mirror. Dit is een door AI-ondersteunde applicatie waarmee je presentatievaardigheden kan ontwikkelen. De tool herkent houding en gebaren en geeft vervolgens feedback op de presentatie. We onderzoeken de effectiviteit en impact van die feedback op de ontwikkeling van presentatievaardigheden.”
“Hier op de hogeschool is kun je gewoon een product of innovatie maken op basis van wat we te weten zijn gekomen door wetenschappelijk onderzoek”
Korteland voegt eraan toe: “We onderzoeken ook thema’s als digitale inclusie richting de eindgebruikers. Daar gaat mijn hart echt sneller van kloppen. Zeker als je ziet hoe dat werkt en wat we ermee kunnen bereiken. En hoe leuk de bijpassende workshops zijn. Via het door SURF gefaciliteerde platform Publinova richten we nu een omgeving in waar we al die kennis en bronnen volgens open science-principes onderbrengen. We staan op het punt de software uit te brengen en dat is best spannend.”
Een stap terug
Volgens Robert-Jan Korteland houdt betekenisvol digitaal innoveren hier niet op. Hij kijkt met betrokken studenten en docenten ook naar de ethische kant van digitaliseren. “ Wat gebeurt er eigenlijk met de data? En hoe inclusief is de software? Er zijn hier studenten die bijvoorbeeld één arm hebben of alleen zittend een presentatie kunnen geven. Daarom bieden we in Honest Mirror de optie dat je bijvoorbeeld geen feedback op handgebaren wil. Of je klikt op het icoon ‘dyslexie’, waardoor de feedback net even anders geformuleerd wordt, in een ander lettertype.”
“We werken aan technologie om leeromgevingen en vaardigheden te verbeteren. Maar we willen die technologie graag eerst toetsen en doorgronden, op wat dit met mensen doet”
Intervisie over innovatie
“We hebben allemaal te maken met persoonlijke waarden en normen,” zo vervolgt Korteland. “Maar we leven ook in een diverse samenleving waarin digitalisering bijna niet bij te houden is. In dat proces van digitalisering nemen wij vanuit het lectoraat soms even een stap terug. Value Sensitive Design (VSD), noemen we dat. Hierin ga je, vanaf de start van een ontwerp- of innovatietraject, met verschillende belanghebbenden of toekomstige eindgebruikers intervisiegesprekken aan over de voor- en nadelen van innovatie.”
Hij voegt eraan toe: “We werken aan technologie om leeromgevingen en vaardigheden te verbeteren. Maar we willen die technologie graag eerst toetsen en doorgronden, op wat dit met mensen doet. Ik heb laatst de film Oppenheimer gezien. Toen moest ik meteen aan VSD denken. Op het moment dat atoomkracht werd ontdekt, wist men nog niet welke desastreuze gevolgen dit zou hebben. Als we vandaag iets bedenken en ontwikkelen, kan dat morgen verstrekkende gevolgen hebben. We kunnen daar maar beter op tijd bij stilstaan.”
“We leven in een diverse samenleving waarin digitalisering bijna niet bij te houden is”
De korfbalclub
Hoewel hij veel onderzoekt en innoveert, blijft Korteland bovenal docent. Dat blijkt uit de nominaties die hij meerdere keren ontving voor HU-docent van het jaar. “Ik maak oprecht tijd voor studenten vrij. Die vinden mij recht door zee, maar zijn blij met de aandacht die ik ze geef. Ik vind dat docenten én studenten hard moeten werken. Je moet van elkaar op aan kunnen en daarbij niet vergeten lol te hebben. Dan kom je er met elkaar wel. ‘Work hard, play hard’ noem ik dat. Met een knipoog voegt hij toe: “Je kunt met mij lachen, maar als een student er een potje van maakt, kan ik die ook lachend laten zakken.”
“In ons vak maken we de hele dag keuzes. Bij mij staat echter voorop dat het lesgeven met behulp van technologie nooit mensen mag buitensluiten. Didactiek is geen trucje. Het draait om persoonlijke interactie. Dat kan je sturen en begeleiden, maar ik zie steeds vaker dat studenten dit heel goed met elkaar oppakken. Ook met technologie.”
Tot slot zegt Kortland: “Studenten delen good practices, geven elkaar tips over hoe je slim studeert en opdrachten efficiënt en van hoog niveau afrondt. Binnen digitalisering zijn er fantastische manieren om opdrachten en toetsen goed te beoordelen en de persoonlijke en academische ontwikkeling van studenten te monitoren. Dat vind ik een aantrekkelijke dynamiek. Onderwijs wordt steeds meer iets wat je samen doet.”
Het evenwicht tussen onderzoek, onderwijs en een gezin met vier jonge kinderen vraagt ook om discipline. Zijn vrouw werkt in het primair onderwijs en samen sturen ze een huishouden dat draait op ritme, aandacht en betrokkenheid. “Je moet je agenda goed indelen. Soms lever je om 1 minuut voor middernacht een manuscript in, soms moet je gewoon op tijd bij de korfbalclub zijn. Dat hoort er allemaal bij. Elke dag ziet er anders uit. Van die afwisseling krijg ik energie.”
Tekst: Edwin Ammerlaan
Foto’s: Jelmer de Haas
Robert-Jan Korteland
Robert-Jan Korteland is coördinator van de programmalijn Digitale Innovatie voor Onderwijs (DIO) binnen het lectoraat Betekenisvol Digitaal Innoveren (BDI) van de Hogeschool Utrecht. Als docent-onderzoeker is hij verbonden aan de lerarenopleidingen van Instituut Archimedes. Ook is hij promovendus aan de afdeling Educatie en Pedagogiek van de Universiteit Utrecht.
Eerder werkte hij als hogeschooldocent en onderwijskundige bij de opleidingen optometrie en orthoptie van het Instituut voor Paramedische Studies. Tijdens zijn PhD onderzoekt hij hoe docent-student (meester-gezel) interacties tijdens het (leren) uitvoeren van complexe beroepstaken in het medische domein het beste kunnen worden vormgegeven, om zo de ontwikkeling van expertise te bevorderen.