Aniel Ramawadh in de gang van Zadkine
Digitalisering onderwijs

“Onze grootste uitdaging is zorgen dat iedereen mee kan doen”

Aniel Ramawadh was de eerste van zijn familie die ging studeren, dankzij een leraar op de basisschool die hem aanmoedigde om naar het vwo te gaan. Nu is hij lid van het college van bestuur van Zadkine in Rotterdam. “Ik hoop dat we met behulp van digitalisering het onderwijs voor iedereen toegankelijk kunnen maken.”

Het ruikt naar pepernoten in de hal van Zadkine in Rotterdam-Centrum. Studenten Brood & Banket lopen in witte schorten door de gang. In een zaaltje luisteren stewardessen in de dop naar hun docent. Deze mbo-instelling biedt een breed scala aan opleidingen aan 17.000 studenten. Zij worden opgeleid tot bijvoorbeeld kapper, heftruckchauffeur, verpleegkundige of zilversmid.

Het is een typisch Rotterdamse school, zegt Aniel Ramawadh. “We hebben hier te maken met grootstedelijke problematiek. Meer dan 60 procent van de studenten heeft een migratieachtergrond. In heel Rotterdam is die verhouding 50-50. Diversiteit is dus een gegeven. Onze grootste uitdaging is inclusiviteit: zorgen dat iedereen mee kan doen.”

“Ik had zelf nooit rolmodellen”

Twee jaar geleden trad Ramawadh toe tot het bestuur van Zadkine. "Aniel is een rolmodel voor de jeugd van Rotterdam", aldus het nieuwsbericht over zijn benoeming. Hij werd geboren in Suriname en groeide op in Rotterdam-West. “Dat was destijds geen leuke plek, met hoge werkloosheid en veel laaggeletterdheid. Je verwacht van iemand uit een gezin met laagopgeleide mensen, die altijd hebben gewerkt in de schoonmaak en fabrieken, niet dat die bestuurder wordt van een grote instelling. Maar het kan dus. Ik ben trots dat ik nu leiding geef aan de school waar mijn broers en zussen ook op hebben gezeten.”

Zijn ouders hebben alleen de lagere school gedaan, van huis uit werd Ramawadh niet echt gestimuleerd om te leren. “Na de basisschool wilde ik naar de mavo, want daar gingen al mijn vriendjes heen. Maar een van mijn leraren zei: jij kan meer. Het was nooit bij me opgekomen om naar het vwo te gaan. Hij heeft me persoonlijk ingeschreven. Ik had in mijn omgeving zelf nooit rolmodellen, ook niet in mijn latere werk. Je moet er echt voor open staan om te leren.”

Aniel Ramawadh loopt buiten voor Zadkine

Het gebouw was dicht, maar het onderwijs moest door

Hij ging ontwikkelingseconomie studeren omdat hij zich het lot van anderen aantrok. “Ik maakte me zorgen om armoede. Ik heb gewerkt bij het ministerie van Financiën, een woningbouwcorporatie, de ggz, tot ik op een punt kwam waarop ik dacht: wat wil ik nu met mijn carrière? Een headhunter vroeg me of ik interesse had in het onderwijs. En eigenlijk wilde ik dat altijd al. Ik vind het leuk om kennis te delen en om me te ontwikkelen.”

Ramawadh kwam in coronatijd bij Zadkine in dienst. Het gebouw was dicht, maar het onderwijs moest doorgaan. “We hebben veel online lessen verzorgd, hulpmiddelen gebruikt en lokalen ingericht voor blended learning, een combinatie van face-to-face en digitaal onderwijs. Dat heeft ons team heel knap gedaan. Maar dat is niet hetzelfde als digitale transformatie. Ondertussen heb ik ook gewerkt aan een digitale strategie.”

Student staat centraal op digitale campus

Die strategie begint volgens Ramawadh met een goede ict-infrastructuur: “Je netwerk, wifi, laptops: al die middelen moeten goed werken en met elkaar verbonden zijn. Vervolgens ga je alle processen in je organisatie harmoniseren en standaardiseren. Dan kun je datagedreven gaan werken, want besluiten moet je niet nemen op basis van onderbuikgevoel. Je wilt bijvoorbeeld uitval van leerlingen tijdig signaleren, zodat iedereen met een diploma de instelling verlaat.”

De laatste pijler in zijn digitale visie noemt Ramawadh de ‘digitale campus’, waar studenten centraal staan. “Net zoals je in de fysieke wereld een schoolgebouw hebt met leslokalen en praktijklokalen, wil ik dat ook creëren in de digitale wereld. Een omgeving waar studenten verschillende modules kunnen volgen en docenten kennis kunnen delen en tools kunnen vinden. Dat zijn we nu aan het ontwikkelen.”

Aniel Ramawadh op een rode bank

Onderwijs voor iedereen toegankelijk maken

Ramawadh was betrokken bij de financieringsaanvraag voor de Digitaliseringsimpuls Onderwijs, een programma dat het onderwijs moet verbeteren door de kansen van digitalisering te benutten. “Ik ben daar een ontzettende voorstander van, omdat het draait om de student. Sommige zijn laatbloeiers. Die gaan eerst werken en pakken daarna weer een studie op. We gaan echt richting een leven lang leren. Daarvoor moeten we één basisstructuur afspreken in Nederland. Zodat een student zich niet overal iedere keer opnieuw hoeft aan te melden en bewijsstukken moet inleveren. Het lijkt me geweldig als we dat met elkaar kunnen realiseren.”

“Ik geloof in een andere manier van onderwijs. Selecteren op basis van de Citotoets is zo vroeg, dat brengt schade toe. Wij hebben veel studenten bij wie we iets moeten doen aan het gevoel van eigenwaarde: zij voelen zich ‘niet goed genoeg voor het vwo’. Terwijl alle typen onderwijs gelijkwaardig zijn, en zo moet dat worden ervaren. Wij hebben een hbo-student die hier vakken volgt. Hij bedenkt het daar en gaat hier een prototype bouwen. Nu moet daarvoor nog veel geregeld worden.”  

“Veel van onze studenten onderschatten zichzelf”

“De idealist in mij hoopt dat we met de Digitaliseringsimpuls het onderwijs voor iedereen toegankelijk maken. Kijk, je hebt verschillende soorten armoede. Als je vroeger niet mee kon op schoolreis was dat vervelend. Als leerlingen nu geen mobiel of laptop hebben, worden ze echt uitgesloten van de maatschappij. Je denkt dat alle jongeren met computers kunnen omgaan, maar veel van onze studenten hebben thuis nooit een laptop gehad en hebben geen digitale vaardigheden. Daar moeten we dus ook in opleiden. We hebben nu een vak digitaal burgerschap en daar ben ik echt trots op.”

Tekst: Josje Spinhoven

Foto's: Sicco van Grieken