EuroTeQ wil een Europese standaard zetten

EuroTeQ moet een ‘Europese universiteit’ worden, met een transparant aanbod van internationaal onderwijs. Twee betrokkenen van de TU Eindhoven (TU/e) vertellen over hun ambities, en over de obstakels die ze met hulp van SURF willen slechten.

Studenten op de TU Eindhoven

Paul Koenraad, dean van de Eindhovense Graduate School, is in een opperbeste stemming. De reden? De Europese Unie blijft EuroTeQ de komende jaren financieren. “We slaagden voor de test met een score van 90 uit 100!”

Met EuroTeQ wil de TU/e de internationale mobiliteit van haar studenten op een hoger plan brengen. Studeren kent geen grenzen meer – tenminste binnen de Europese Unie: een kwart van de Nederlandse bachelor- en masterstudenten doet een deel van de studie aan een buitenlandse universiteit.

Universiteiten in Europa werken aan een gezamenlijk onderwijsaanbod

Deze ontwikkeling is krachtig gestimuleerd door Brussel: eerst met de Erasmusbeurzen en sinds enkele jaren ook met subsidie voor European University Alliances (EUA). In zo’n alliantie werken universiteiten uit een groot aantal landen aan een gezamenlijk onderwijsaanbod.

Portret van Paul Koenraad, dean van de Eindhovense Graduate School

Paul Koenraad, dean Eindhovense Graduate School

EuroTeQ is één van die allianties. Het verbindt de TU Eindhoven met (vooralsnog) vijf technische universiteiten in Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Spanje, Tsjechië en Estland. Hun gezamenlijke aanbod bevat niet alleen complete vakken, maar ook kleinere reeksen colleges. “En nog kleinere activiteiten, zoals een workshop of een hackathon,” zegt Koenraad. “Samenwerkingsprojecten tussen studenten van verschillende universiteiten – we noemen het colliders – waarbij ze proberen een bepaald technisch probleem op te lossen.”

Het onderwijsaanbod is deels online. Dat is belangrijk, want de ambitie van de TU/e is dat minstens de helft van haar studenten internationale ervaring opdoet, live of virtueel. EuroTeQ is daarvoor dus cruciaal.

Onderwijsaanbod: van spreadsheet naar online catalogus

Het gestaag groeiende programma van EuroTeQ werd eerst gepubliceerd in de vorm van een spreadsheet, die twee keer per jaar werd bijgewerkt. Het zal dus niet verbazen dat met het onderwijsaanbod ook de behoefte aan een online-catalogus gestaag groeide. En daar begon het pas echt ingewikkeld te worden, zo vertelt Koenraad.

“Het leek ons bijzonder efficiënt voor iedereen binnen EuroTeQ als we dezelfde technologie gebruikten als de Nederlandse allianties.”
Paul Koenraad, dean graduate school TU/e

“Ten eerste moet de informatie zijn afgestemd op studenten uit andere landen. Ten tweede moet ze steeds actueel zijn. En ten derde willen we alle administratieve rompslomp buiten het zicht van de studenten houden. Als iemand zich inschrijft voor een vak, moeten namelijk een heleboel vakjes worden afgevinkt. En bij elke universiteit werkt dat een beetje anders. Dat is in Nederland zo, en internationaal nog veel meer. Maar de studenten mogen daar niets van merken.” 

Interoperabel: OOAPI is de sleutel tot een gezamenlijke onderwijscatalogus

Bij de TU/e zagen ze hier meteen al een oplossing voor, zo zegt Koenraad: “Wij wisten wat SURF heeft gedaan bij onze alliantie met Wageningen en Utrecht en later bij die van Delft, Leiden en Erasmus. Daar draait naar volle tevredenheid een gezamenlijke onderwijscatalogus als Interoperabel systeem.”



Wat betekent dat? “Er is geen centrale database, maar SURF ontwikkelde een software-interface – OOAPI genaamd – waarmee de studentinformatiesystemen van de betrokken universiteiten aan elkaar worden gekoppeld. Dat voorkomt dubbel werk en discussies over de eigenaarschap van data. OOAPI maakt waar nodig de vertaalslagen. Het leek ons bijzonder efficiënt voor iedereen binnen EuroTeQ als we diezelfde technologie gebruikten.”

 Portret Ben Parker, projectmanager voor de EuroTeQ-campus

Ben Parker, projectmanager EuroTeQ-campus

Daar was niet iedereen direct van overtuigd, zo vertelt Ben Parker, projectmanager voor de EuroTeQ-campus. “Twee universiteiten dachten dat er mogelijk andere opties bestonden. Die wilden ze eerst uitzoeken. En terecht: we willen zeker zijn dat we iets toekomstbestendigs bouwen.”

Het bestuur van EuroTeQ stemde ermee in. Maandenlang werd er getest, maar daarna was de uitkomst voor iedereen helder: “De enige reële oplossing was dat we OOAPI gebruikten.”

eduID: een studentenpaspoort los van de instelling

Dit was een half jaar geleden. Een paar maanden later al ging de onderwijscatalogus van EuroTeQ live, met hulp van SURF. Studenten kunnen er nu moeiteloos in grasduinen en zich inschrijven voor vakken of workshops. Of die nu gegeven worden in Eindhoven, München of Tallin.

Maar het werk is nog lang niet af, zegt Parker. “Voor de studenten gebeurt alles automatisch. Maar achter de schermen is het inschrijvingsproces nog steeds een kwestie van handwerk. Dat willen we nu ook gaan automatiseren.”

“Als instellingen of allianties moeten we verder kijken dan ons eigen erf. Anders weet je nooit of je op het goede paard wedt.”
Ben Parker, projectmanager EuroTeQ-campus

Bij de Nederlandse allianties gebeurt dat deels met behulp van een tweede SURF-standaard: eduID. Die geeft elke student een unieke digitale identiteit, los van de instelling. De student kan met eduID eveneens zorgen dat de benodigde gegevens automatisch worden overgedragen naar de instelling waar hij een vak wil volgen. 



Maar ook eduID is een Nederlandse standaard. “Dat wordt de volgende grote discussie voor ons”, zegt Parker. “Het principe willen we zeker gebruiken om een tool te vinden of ontwikkelen die hetzelfde doet.”

Obstakels overwinnen in internationale samenwerking

De laatste fase van het proces is het overdragen van het behaalde studieresultaat aan de thuisinstelling. Paul Koenraad: “Ook dat hebben de Nederlandse allianties al voor elkaar, via OOAPI en eduID. Maar in Europa bestaan heel verschillende cijferschalen. In Nederland gaan we van 1 tot 10; een Italiaanse bachelor bijvoorbeeld gaat tot 110. Je hebt dus conversietabellen nodig, maar daar is politieke discussie over. Want wat is een gemiddelde score?” 



Parker valt hem bij: “In veel opzichten is de techniek het minste probleem. Sommige obstakels kun je verplaatsen, maar andere niet. Zoals de indeling van het academisch jaar: ook die verschilt per land.”

Kick-off van de online onderwijscatalogus in Brussel

Maar problemen zijn er om op te lossen. EuroTeQ heeft daar al grote stappen in gezet. In september willen ze die breder bekend maken, met een kick-off in Brussel waar ook de betrokken Eurocommissaris aanwezig zal zijn.



“Onze droom,” zegt Koenraad, “is dat we heel Europa kunnen overtuigen dat onze aanpak de juiste is. Een solide alternatief is er sowieso niet.”



Parker is het daarmee eens: “SURF werkt al langere tijd heel gericht aan standaarden die gebruikt kunnen worden op Europees niveau. Ik denk dat dat heel wezenlijk is: als instellingen of allianties moeten we verder kijken dan ons eigen erf. Anders weet je nooit of je op het goede paard wedt.” 

Tekst: Aad van de Wijngaart

SURF werkt aan Europese interoperabiliteit

De OOAPI-standaard heeft zich in Nederland al lang bewezen. Hij wordt niet alleen gebruikt door twee onderwijsallianties, maar ook voor het vullen van het DUO-register van opleidingen. De grote waarde ervan is dat hij systemen interoperabel maakt: uiteenlopende onderwijssystemen, platforms en technologieën kunnen met OOAPI effectief samenwerken en gegevens uitwisselen.

Maar om OOAPI bruikbaar te maken voor EuroTeQ, heeft SURF flink wat werk moeten verzetten. Enerzijds was er het ontwikkelwerk om wensen van de buitenlandse universiteiten te vervullen; anderzijds vroeg het veel technische begeleiding om de software te implementeren bij alle aangesloten instellingen.

De tweede SURF-standaard die in het artikel wordt genoemd, eduID, kan helaas niet worden aangepast voor Europees gebruik: daar zijn Nederlandse afspraken over. Als alternatief heeft SURF aan EuroTeQ voorgesteld om eduGAIN te gebruiken. Dit is een internationale authenticatiestandaard die al in gebruik is bij alle deelnemers van EuroTeQ. Deze keus zal wat extra ontwikkelwerk met zich meebrengen, maar SURF verwacht opnieuw een goede oplossing te kunnen leveren.

Dit is echter slechts een deel van de internationale activiteiten van SURF op dit gebied. Onder auspiciën van de Europese Commissie wordt gebouwd aan een framework voor internationale interoperabiliteit in het hoger onderwijs. SURF is ook hier nauw bij betrokken. De ervaringen met EuroTeQ zijn daarbij van grote waarde.

Meer informatie over internationale operabiliteit

'EuroTeQ wil een Europese standaard zetten' is een artikel van SURF Magazine.

Terug naar SURF Magazine

Vragen naar aanleiding van dit artikel? Mail naar magazine@surf.nl.