Sarah Coombs portret door Jelmer de Haas
Story

Sarah Coombs: kampioen open science

Research support is topsport

Hoe veranker je open science in het hbo? Sarah Coombs doet dat met een mix van deskundigheid, netwerken, games en vasthoudendheid. “Ik zou graag zien dat het DCC-PO volledig erkend wordt als expertisecentrum voor onderzoeksondersteuning. Dat we niet steeds hoeven bedelen om geld, maar gezamenlijk worden gezien als experts.”

Soms lijkt het net topsport: Sarah Coombs werd niet alleen SURF Research Support Champion (in 2022), maar heeft de afgelopen jaren liefst zes prijzen binnengehaald als onderzoeksondersteuner. We mogen dus spreken van een echte kampioen. Wie is de mens achter deze adviseur Open Science van Hogeschool Saxion en de Vereniging Hogescholen? 

Sarah Coombs portret

Om te beginnen: de keus voor onderzoeksondersteuning heeft Coombs al vroeg gemaakt. Na een bachelor Godsdienstwetenschappen in Canada wilde ze wel de wetenschap in, maar het vooruitzicht van zeven jaar zwoegen aan een proefschrift trok haar niet. “Ik heb toen eerst een jaar gewerkt als manager van een sportschool. Ik zag mijn klanten daar zweten en realiseerde me dat er een tussenweg bestaat: onderzoekers helpen bij hun werk. De beweging voor Open Access was toen net begonnen.” 

Amper een jaar later had ze een master Library Information Science, met onderzoeksondersteuning als specialisatie. En daarmee verhuisde ze naar Nederland.

Weg afgesneden

Dat werd een tegenvaller, tenminste in eerste instantie. “In theorie zou ik overal ter wereld kunnen werken in een universiteitsbibliotheek; in Noord-Amerika is het diploma zelfs verplicht. Maar in Nederland kijken ze alleen of je zelf een PhD hebt. Ik ben er nooit achter gekomen waarom dat zo werkt.”

Zo was de weg naar de universiteitsbibliotheken voor haar afgesneden. Maar ze had het geluk aan haar kant: een van de docenten bij haar inburgeringscursus was getrouwd met de directeur van de Athenaeumbibliotheek in Deventer. Daar mocht ze een taalstage lopen. Net toen die afliep, kwam er een vacature in zicht. Ze besloot nog even door te gaan als vrijwilliger en werd toen aangenomen. “Zo ben ik informatiespecialist geworden bij Saxion, want de bibliotheek was onderdeel van die hogeschool.”

Goede timing

Het was een goed moment. De hogescholen waren net verantwoordelijk geworden voor hun eigen onderzoek. Voor een gespecialiseerde onderzoeksondersteuner was bij Saxion dus veel werk te verrichten. “Eén van de eerste vragen die ik bij de bibliotheek te beantwoorden kreeg, was bijvoorbeeld: hebben wij de juiste databanken voor wetenschappelijk onderzoek? Het antwoord was nee, want dat was nooit de insteek geweest.”

“Als ik in gesprek ga met middle-managers, zie ik de ogen glazig worden. Je ziet ze denken: waar gaat dit over?”

“Geleidelijk hebben we bij Saxion veranderingen doorgevoerd die onderzoek tot een stevige poot van de bibliotheek maakten. Dat kwam vooral doordat de teamleiders mij de vrijheid gaven om aan nationale en internationale projecten deel te nemen. Zo kon ik het werk doen waarvoor ik ben opgeleid en waar mijn passie ligt.”

Drie functies 

Sarah Coombs houdt een trui omhoog met de tekst: what about open science?

Waar vult Coombs tegenwoordig haar werkdagen mee? “Voor het DCC-PO (landelijk expertisecentrum voor praktijkgericht onderzoek) werk ik drie dagen in de week en voor Saxion in principe twee. Voor een deel daarvan ben ik uitbesteed aan de Vereniging Hogescholen. In de praktijk loopt werkelijk alles door elkaar. Maar dat is goed, want de verschillende functies voeden elkaar ook. Overal draait het om open science.”

Contact met onderzoekers heeft ze vooral om ze te helpen met open science en open access. Per saldo ondersteunt Coombs vooral de ondersteuners, binnen en buiten Saxion.

De game What About Open Science is speciaal bedoeld om middle-managers te bevrijden uit hun onwetendheid.

Glazige ogen

Wat is het moeilijkste in haar werk? Daarover hoeft ze geen seconde na te denken. “Het middle-management in het hbo! Die mensen moeten de beslissingen nemen, bijvoorbeeld of iemand een bijdrage mag leveren aan het DCC-PO. Maar de helft van de tijd hebben ze geen idee waar het over gaat.” 

“Dat is op zich begrijpelijk. We kunnen niet van ze verwachten dat ze weten wat er nodig is voor een onderzoeksinfrastructuur, of wat de verschillen zijn tussen commerciële partijen. Maar het is een zware uitdaging om ze zover te krijgen dat ze iemand anders om uitleg vragen. En dan is het nog de vraag of ze die uitleg begrijpen.” 

De frustratie is voelbaar. “Met de bestuurders van de hogescholen hebben we goed contact, onder meer via bestuurscommissies. Die zijn op de hoogte en hebben vaak al beleid gemaakt. En op de werkvloer weten de ondersteuners ook waar het om gaat. Maar als ik in gesprek ga met middle-managers, zie ik de ogen glazig worden. Je ziet ze denken: waar gaat dit over?” 

“Soms lijken ze het in de loop van zo’n gesprek wel door te krijgen. Maar dan wordt het beleid vervolgens toch weer niet doorgezet. Wat kan ik dan doen? Ik ben ook maar een adviseur.”

“Als je terugkijkt, zijn we heel ver gekomen. Maar kijk je vooruit, dan is er nog zoveel te doen…”

Games

Toch geeft Coombs de moed niet op. Ze gebruikt haar creatieve kant om het begrip voor open science op een speelse manier te bevorderen. Samen met buitenlandse collega’s heeft ze drie educatieve games ontwikkeld.

De eerste was OER Escape Room en draaide om open educational resources. “Samen met een groep collega’s krijg je drie kwartier om je baan te redden. Dat doe je door met open leermaterialen een nieuwe module te ontwikkelen waar je studenten mee trekt. Je werkt daarbij met fysieke props. Die heb ik zelf gemaakt, want we hadden natuurlijk geen budget.”

De tweede game, Open Science in Peril, is een echte gameshow. “Hij is deels gebaseerd op de Amerikaanse spelshow Jeopardy, maar we geven onze eigen draai aan het spel.” Deze game trok zoveel aandacht dat Coombs en haar mede-makers er zelfs een prijs mee wonnen.

Aan die prijs zat een geldbedrag vast en zo konden ze extra werk maken van de derde game: What About Open Science. Die is speciaal bedoeld om middle-managers te bevrijden uit hun onwetendheid: “Ze ontdekken wat de buzzwords zijn in open science, wat je met geld mogelijk maakt en waar de beslissingen überhaupt over gaan.”

Handen van Sarah Coombs snijden papieren letters uit

Sarah gebruikt haar creatieve kant om het begrip voor open science op een speelse manier te bevorderen.

Eén wens

Tijd voor de hamvraag: hoe staat het volgens Coombs met de voortgang van open science? “Als je terugkijkt, zijn we heel ver gekomen. Maar kijk je vooruit, dan is er nog zoveel te doen…”

Bij Saxion is net het open access-beleid uit 2012 herschreven. Voor het eerst is er nu budget om onderzoekers artikelen te laten publiceren die kosteloos door iedereen gelezen kunnen worden. Minstens zo belangrijk is het modelbeleid voor open access dat onlangs is ontwikkeld voor de Vereniging Hogescholen. “Ik zie dat veel hogescholen nu voor het eerst een OA-beleid hebben.”

Maar Coombs heeft nog veel wensen en ambities. Een ervan wil ze hier delen: “Ik zou heel graag zien dat het DCC-PO volledig erkend werd – door het hele hbo en op alle bestuurslagen – als expertisecentrum voor onderzoeksondersteuning. Dat we niet steeds hoeven te bedelen om geld, maar gezamenlijk worden gezien als experts, die hun expertise ook mogen gebruiken.”

Tekst: Aad van de Wijngaart
Foto’s: Jelmer de Haas 

Sarah Coombs (1978)

2002 - 2004: master Library and Information Science
2018 - 2025: PhD bij CWTS (Centre for Science and Technology Studies, Universiteit Leiden)
2006 - heden: adviseur Open Science bij Hogeschool Saxion
2021 - heden: adviseur Open Science bij Vereniging Hogescholen
2021 - heden: lid stuurgroep Open Science NL
2022 - SURF Research Support Champion
2024 - heden: inhoudelijk coördinator DCC-PO (Digital Competence Center - Praktijkgericht Onderzoek) 

Benieuwd naar meer persoonlijke verhalen over de impact van onze innovaties?

Gerelateerde onderwerpen: