“Onze aanbestedingsexperts hebben op basis van de WaardenWijzer een goede beoordelingsopzet gemaakt.”
Van goede intenties naar stevige keuzes: publieke waarden bij aanbestedingen
"Het leek een ingewikkelde stap, maar achteraf gezien was het verduveld eenvoudig," zegt Jan-Paul van Staalduinen, CIO van de Universiteit Utrecht (UU). Hij doelt op de manier waarop de UU publieke waarden een centrale rol gaf in een aanbestedingstraject. Hoe pakken andere instellingen dit aan? Voor SURF Magazine spraken we erover met bestuurders.
Publieke waarden klinken vaak door in beleidsstukken en strategische plannen. Het vertalen ervan naar concrete keuzes in de praktijk is een stuk moeilijker, maar zeker niet onmogelijk, zo blijkt.
Urgentie door geopolitieke druk
Vanwege de actuele geopolitieke situatie kreeg de publieke waarde ‘autonomie’ de afgelopen maanden extra lading. Door het onvoorspelbare beleid van de Amerikaanse president Donald Trump – vrijwel dagelijks onderwerp in het nieuws – groeit het besef dat onderwijsinstellingen sterk afhankelijk zijn van een beperkt aantal, voornamelijk Amerikaanse, softwareleveranciers. Dat maakt hen kwetsbaar: een presidentieel decreet kan ertoe leiden dat diensten opeens niet meer beschikbaar zijn, of dat Amerikaanse inlichtingendiensten toegang krijgen tot data.
Ook zonder geopolitieke spanningen is het belangrijk om een digitaal geweten te hebben. Instellingen moeten alert zijn op vendor lock-in en beseffen dat de in Europa wettelijk verplichte privacybescherming niet voor alle aanbieders vanzelfsprekend is.
Regie pakken in aanbesteding
Onderwijsinstellingen moeten dus actief blijven werken aan digitale autonomie. Het belangrijkste moment om de regie te pakken, is tijdens een aanbesteding. Toch spelen publieke waarden daarbij nog zelden een rol, bemerkt Jan-Paul van Staalduinen, CIO van de Universiteit Utrecht. “In maart 2025 mocht ik tijdens een masterclass vertellen hoe wij dat hebben aangepakt. Ik geloof dat wij één van eerste instellingen in Nederland waren,” vertelt hij.

Jan-Paul van Staalduinen
Eind 2022 was de Universiteit Utrecht toe aan een nieuwe digitale leeromgeving. Leveranciers kregen de opdracht om in een visiedocument van vier pagina’s te beschrijven hoe thema’s als autonomie, rechtvaardigheid, toegankelijkheid en menselijkheid tot uiting komen in hun product en in hun bedrijfsfilosofie.
Slim gebruik van de WaardenWijzer
Hoe beoordeel je vervolgens de antwoorden? Van Staalduinen was blij dat vlak voor de aanbesteding de WaardenWijzer van SURF en Kennisnet was uitgekomen, waarin publieke waarden helder zijn uitgewerkt. “Dat hoefden we zelf niet meer te bedenken,” licht hij toe. “Onze aanbestedingsexperts hebben op basis daarvan een goede beoordelingsopzet gemaakt. Daarnaast hebben we diverse experts, onder wie een wetenschapper die zich intensief met dit onderwerp bezighoudt, gevraagd om zitten te nemen in de beoordelingscommissie.”
Uitsluiting als stevig signaal
Wat volgde was een stevige discussie: hoeveel gewicht moest het thema publieke waarden krijgen in de aanbesteding? “Vinden we 50 procent reëel, of slechts 5 procent?” blikt Van Staalduinen terug. “Er zijn tenslotte ook andere belangrijke criteria zoals functionaliteit, servicelevel agreements en prijs.”
“Het is niet erg om afhankelijk te zijn, maar je moet wel kunnen blijven handelen vanuit je eigen waarden.”
Uiteindelijk besloot de UU om publieke waarden voor 15 procent mee te laten tellen. Daarbij gold bovendien: als een leverancier onvoldoende scoorde op publieke waarden, viel die direct af. “Dat vond ik een vrij stevige beslissing,” zegt Van Staalduinen, “maar we waren er wel comfortabel mee.” Van Staalduinen is heel tevreden met de uiteindelijk keuze voor de Canadese aanbieder van Brightspace. Hij is van plan om dezelfde werkwijze bij volgende aanbestedingen weer te volgen.
Echte autonomie onmogelijk?
Ook bij het Graafschap College in Doetinchem zijn publieke waarden, AVG, omgang met data en leverancierskeuze regelmatig onderwerp van gesprek. “Digitalisering is complex en vraagt om bestuurlijke betrokkenheid en bewustwording,” vindt Michiel Gerlagh, lid van het college van bestuur. Dat was dan ook een belangrijke drijfveer voor hem om de leergang Publieke Waarden van SURF te volgen. “In de digitale wereld is autonomie, dus totale onafhankelijkheid, eigenlijk onmogelijk. Onderwijsinstellingen zijn afhankelijk van Amerikaanse bigtechbedrijven. Die afhankelijkheid is niet wederzijds en dat klopt niet.”

Michiel Gerlagh
Gerlagh vindt soevereiniteit daarom belangrijker dan autonomie. Hij vergelijkt het met de positie van Nederland. “We zijn als land soeverein, maar wel totaal afhankelijk van de Europese Unie en de wereld daar omheen. Dat is niet erg, maar je moet wel kunnen blijven handelen vanuit je eigen waarden.”
Nog geen harde eis
Toch zijn publieke waarden bij het Graafschap College nog niet als harde beoordelingscriteria opgenomen in aanbestedingstrajecten. “In onze strategische doelen hebben we wel Sustainable Development Goals, gegevensbeveiliging en de AVG opgenomen,” zegt Gerlagh. “Die zitten ook vanzelfsprekend in onze aanbestedingstrajecten. Wel zouden we scherper moeten kijken naar soevereiniteit.”
Hoewel het bewustzijn bij onderwijsinstellingen groeit, bestaat volgens Gerlagh het risico dat het een bestuurlijk onderwerp blijft. “Als bestuurder kun je besluiten dat het beter is om WhatsApp niet meer te gebruiken en een overstap naar Signal stimuleren. Veel mensen zien de noodzaak echter niet, dus voordat je iedereen hebt overtuigd...”
Ontwikkeling digitaal geweten
Volgens Gerlagh zouden ook docenten meer aandacht kunnen besteden aan bewustwording over dit soort zaken bij hun studenten. “Ook studenten hebben handvatten nodig om zich in de digitale wereld staande te houden. Waar krijgt een kapper bijvoorbeeld straks mee te maken op het gebied van AI? Dat gaat niet alleen over techniek, maar ook om de ontwikkeling van een digitaal geweten.”
Een mooi voorbeeld hiervan is het programma ‘Leren en lesgeven met en over ict’ uit de Gelderse Professionaliseringsagenda, een samenwerking tussen alle Gelderse mbo’s en de HAN. Het programma sluit naadloos aan bij de doelstellingen van de Centers for Teaching and Learning (CTL’s).
Minder afhankelijk van big tech
Gerlagh is groot voorstander van initiatieven binnen Europa of Nederland om de afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijven te verminderen. Als voorbeeld noemt hij de ontwikkeling van GPT-NL, een verantwoord Nederlands alternatief voor bestaande taalmodellen. De waarschuwing van GPT-NL zelf dat het qua veelzijdigheid nog niet kan tippen aan de beste Amerikaanse modellen, ziet Gerlagh niet als een bezwaar.
“De vraag is of je die enorm hoge kwaliteit wel nodig hebt om er praktisch toepasbare dingen mee te doen,” licht hij toe. “Dat geldt voor veel innovaties. Ze beloven mooie toepassingen, maar verbeteren die uiteindelijk ook echt de kwaliteit van onze levensstandaard? Misschien kun je met een beperkte functionaliteit wel een hoger doel halen.”
“We werden gewoon voor het blok gezet om een nieuw contract te tekenen.”
Slapeloze nachten
Dat de afhankelijkheid van een leverancier grote risico's kent, ondervond GÉANT, de Europese koepelorganisatie van onderwijs- en onderzoeksnetwerken (NREN's) waartoe ook SURF behoort. GÉANT werd geconfronteerd met een absurde prijsverhoging voor digitale certificaten – essentieel voor het veilig uitvoeren van digitale transacties – waardoor de oorspronkelijk afgesproken prijs ineens tien keer zo hoog werd. Het probleem zat onder meer in de speciale tekens in diverse talen zoals het Pools en Tsjechisch, waarmee de geautomatiseerde systemen niet overweg konden. Daardoor moest er iemand handmatig naar kijken en werd het hele proces veel duurder dan eerder ingeschat.

Klaas Wierenga
Klaas Wierenga, Chief Information & Technology Officer bij GÉANT, vertelt hoe de prijsonderhandelingen met de leverancier spaak liepen. “Ze zegden uiteindelijk eenzijdig het contract op. We hadden twee maanden de tijd om een alternatief te vinden, maar dat is voor een aanbesteding veel te kort. Daardoor werden we gewoon voor het blok gezet om een nieuw contract te tekenen voor een bedrag dat tien keer hoger was dan in het eerdere contract was vastgelegd. Het was een tactiek die deze leverancier ook bij vergelijkbare organisaties in de Verenigde Staten en Zuid-Afrika had toegepast. We konden er onmogelijk mee akkoord gaan; dan zouden onze leden ook tien keer meer moeten betalen. Je mag best weten dat ik er slapeloze nachten van heb gehad.”
Snel schakelen met noodmaatregel
Gelukkig kon GÉANT terugvallen op de aanbieders die eerder hadden ingeschreven op de aanbesteding. Een Griekse non-profitaanbieder die bij de vorige selectie al positief was beoordeeld, bleek in staat om de dienstverlening over te nemen. Dankzij een Europese uitzonderingsregel voor noodgevallen kon de overstap binnen twee maanden worden geregeld. “Dit jaar zetten we een nieuwe reguliere aanbesteding uit,” zegt Wierenga, “onder meer met een consultatie in onze community. Daarbij gaan we zeker kijken of de kans kunnen vergroten dat we uitkomen bij een, mogelijk Europese, aanbieder die voldoet aan onze normen en waarden.”
Mede door de geopolitieke ontwikkelingen staan publieke waarden bij aanbestedingen dus volop in de belangstelling. Toch is het niet eenvoudig om goede beleidsvoornemens om te zetten in breed gedragen acties. Samen optrekken als sector is daarom essentieel, bijvoorbeeld door kennis te delen en gebruik te maken van hulpmiddelen, zoals de werkagenda ‘Samen waardengericht onderweg’ van SURF. De werkagenda biedt concrete criteria waar instellingen mee aan de slag kunnen, zoals het voorkomen van afhankelijkheid van big tech, het opnemen van exit-strategieën in contracten en het bevorderen van opensource-softwareontwikkeling.
Tekst: Thijs Doorenbosch
'Van goede intenties naar stevige keuzes: publieke waarden bij aanbestedingen' is een artikel van SURF Magazine.
Terug naar SURF Magazine
Vragen naar aanleiding van dit artikel? Mail naar magazine@surf.nl.