Sarah Wilton-Wels met op de achtergrond de skyline van Rotterdam
Digitalisering onderwijs

‘Juist als bestuurder wil ik me kwetsbaar opstellen’

Sinds september dit jaar is Sarah Wilton-Wels voorzitter van het college van bestuur van Hogeschool Rotterdam. De onderwijswereld was even wennen na haar carrière in de financiële wereld, maar nu voelt ze zich als een vis in het Rotterdamse water.

Sarah Wilton-Wels vindt de hogeschool “fantastisch” en de functie die ze er bekleedt “heel eervol”. “Rotterdam is sinds bijna twintig jaar mijn hometown. Het is niet alleen fijn om af en toe op de fiets naar je werk te gaan, maar ik kan ook mijn plaatselijke netwerk volop inzetten voor de hogeschool. Bovendien voel ik de stad en haar inwoners goed aan.”

Met de 40.000 studenten, 4.000 medewerkers en 15 onderwijslocaties ziet ze Hogeschool Rotterdam als een geweldig mooie afspiegeling van de stad. “We hebben relatief veel eerstegeneratiestudenten, voor wie het behoorlijk pittig kan zijn. Daarom hebben we binnen onze organisatie veel aandacht voor deze groep.”

“Next, next, next!”

In 2018 maakte Sarah de overstap van de financiële sector naar de onderwijswereld, en werd directeur van de economische faculteit van de Erasmus Universiteit. Het was een cultuurshock, herinnert ze zich. “Ik kwam uit de structured finance, het ultieme Angelsaksische onderdeel van een bank, en was gewend aan snel schakelen en stevig doorpakken. Ik werkte met grote targets en op basis van een grote hoeveelheid managementinformatie."

"In mijn eerste maanden als faculteitsdirecteur riep ik steevast “next, next, next”. De Angelsaksische manier van werken past weliswaar bij mensen die heel direct zijn, ongezouten hun mening geven en snel willen doorpakken, maar kent ook nadelen. Ik vond het fijn dat zodra een besluit is genomen, iedereen zich daaraan houdt en de discussie gesloten is.”

Sarah Wilton-Wels voor de ingang van Hogeschool Rotterdam

Sarah vroeg zich regelmatig af of ze de juiste keuze had gemaakt door over te stappen naar zo’n compleet andere wereld. “De bestuurssecretaris van de faculteit zei: ‘Geef jezelf één academisch jaar om aan de onderwijswereld te wennen en je wilt niet anders meer.’ Ze heeft gelijk gekregen. Doordat het onderwijs vergeleken met de bankwereld minder snel is in het besluitvormingsproces, kom je meer in verbinding met elkaar en neem je uiteindelijk beter doordachte beslissingen die meer mensen kunnen omarmen, is inmiddels mijn ervaring.”



Waar die verschillen door veroorzaakt worden? “In het onderwijs hebben de gevolgen van besluiten meestal langetermijneffecten”, stelt Sarah. “Als je aan een knop draait, duurt het veel langer voordat je het effect ziet, dan in het bedrijfsleven. Daarnaast is er geen aandeelhouder die naar de dagkoers kijkt. Maar dat is natuurlijk mijn persoonlijke indruk”, lacht ze.

Wisdom of the crowd

Bij de Erasmus Universiteit en later ook in haar functie van collegelid van de Avans Hogeschool omarmde Sarah steeds meer het werken op basis van het Rijnlands model. Waarin er meer sprake is van dienend in plaats van sturend leiderschap en men gericht is op het bevorderen van autonomie en vakmanschap van de professional op de werkvloer. Dat zet ze nu voort bij Hogeschool Rotterdam.

“Je creëert draagvlak als je mensen laat meedenken”

“Ik denk dat het in een onderwijsorganisatie heel goed is om de ‘wisdom of the crowd’ te laten werken. Als bestuurder wil ik me kwetsbaar opstellen. Advies inwinnen, vragen stellen, de specialist horen en ook durven volgen. Wie ben ik als bestuursvoorzitter dat ik het allemaal beter weet? Dat vind ik gewoon niet realistisch. Ik merk dat het veel meer oplevert als je de collectieve intelligentie van medewerkers en studenten inzet. Bovendien, en dat vind ik ook een groot voordeel van het Rijnlands model, creëer je draagvlak als je mensen laat meedenken en laat meebeslissen.”



Op één punt blijft Sarah Angelsaksisch: “Wanneer je het besluitvormingsproces door bent en de grote meerderheid heeft aangegeven dat we het zo gaan doen, zijn er toch altijd weer een paar personen die het debat nogmaals willen voeren, of het simpelweg niet oppakken. Dat schuurt, ik wil dan wel door. Daarom is borging van afspraken en besluiten voor mij belangrijk.”

Waardering voor verschillen

Bij Hogeschool Rotterdam voelde Sarah zich meteen als een vis in het water. “Bij onze studenten en medewerkers zie ik zoveel passie en ambitie. Het is onze uitdaging om ervoor te zorgen dat iedereen zich welkom en gezien voelt. Het is voor mij dan ook belangrijk om in ons beleid op diversiteit en inclusie het onderscheid niet groter te maken. Benadrukken van eigenheid en authenticiteit, met waardering voor onze verschillen. Met een open mind kijken naar de ander. Juist in deze tijd met veel ingewikkelde debatten over de stand van het land en de wereld is dat belangrijk, denk ik. We kunnen van elkaar leren en ieders mening respecteren in de veilige omgeving van de hogeschool.”

Sarah Wilton-Wels kijkt naar man op behandeltafel en staande man houdt voet vast van man op behandeltafel

De bestuursvoorzitter op werkbezoek

Hogeschool Rotterdam participeert in vele initiatieven die een positief effect hebben op de hele stad en regio. “Neem ‘Mentoren op Zuid’, waarbij leerlingen uit het primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam aan betrokken studentmentoren worden gekoppeld. Deze studentmentoren coachen en begeleiden de leerlingen bij huiswerk, loopbaanoriëntatie, het ontdekken van hun talenten en het kiezen van een vervolgstudie. Samen met onder meer het Erasmus MC is onze hogeschool bezig met het terugdringen van armoede. Iets heel anders is onze deelname aan de Immersive Tech Week, een uniek festival op het snijvlak van creativiteit, technologische innovaties, onderzoek en kunst.“

Digitaal en veilig

De komende jaren staat digitale transformatie vanzelfsprekend op de strategische agenda van de hogeschool. “Digitale transformatie kan ons onderwijs en onderzoek aantrekkelijker en studentgerichter maken”, legt Sarah uit. “We willen dat studenten en medewerkers kunnen studeren en werken in een digitaal en veilig landschap. Daarom investeren we in digitalisering die ons onderwijs, onderzoek en onze organisatie versterkt en verrijkt in combinatie met onze bestaande methodieken.”

De collegevoorzitter wil daar wel bij aantekenen dat ze de digitale transformatie omarmt, maar tegelijkertijd trouw wil blijven aan de publieke waarden van haar onderwijsorganisatie. “Ik woonde laatst een les bij over digital humans. Wat betekent het om met een digital human te communiceren? Wat als je een band opbouwt met een digital human? Is dat wenselijk, of juist onwenselijk? Willen we onze studenten daaraan blootstellen? Om een visie te ontwikkelen, moet je je goed in een nieuwe technologie verdiepen en vooral ook de ethische kant niet uit het oog verliezen. We moeten onze ogen er zeker niet voor sluiten en er juist comfortabel mee worden dat er ook nog vraagtekens zijn.”

“Als ik ergens vertrouwen in heb, is het dat je moet doen waar je hart sneller van gaat kloppen”

De collegevoorzitter is ook moeder van twee pubers. Wat wenst ze haar kinderen toe als die het voortgezet onderwijs verlaten? “Ik hoop vooral dat mijn dochter van 15 en zoon van 13 zich ontwikkelen tot gelukkige individuen. En dat ze gaan doen wat daarbij voor hen passend is. Ik denk dat ik nu nog wel redelijk weet wat goed voor ze is. Maar tegen de tijd dat ze hun middelbare school vaarwel zeggen, weten ze dat vast maar al te goed zelf. Als ik ergens vertrouwen in heb, is het dat je moet doen waar je hart sneller van gaat kloppen. En precies daarom is het zo mooi om te werken voor en met de jonge generatie. Ik hoop van harte dat Hogeschool Rotterdam kan bijdragen aan de ontplooiing en het geluk van haar studenten.”



Tekst: Brigitte Bloem

Foto’s: Erno Wientjens